Bernsteins Mass (1971) was een opdracht van niemand minder dan Jacqueline Onassis, ter gelegenheid van de opening van het Kennedy Center for the Performing Arts in Washington. Het is niet zo vreemd dat deze ‘rockmis’ al snel weer vergeten werd. Mass lijkt immers op een gedateerde poging om ‘klassiek’ te combineren met de geest van Woodstock, Hair en Jesus Christ Superstar. Maar misschien is
… dat toch te snel geoordeeld. Sinds ruwweg de millenniumwisseling is Mass namelijk bezig aan een comeback. Deze DGG-uitgave met dirigent Yannick Nézet-Séguin is welgeteld de vierde moderne opname. Kent Nagano, Kritjan Järvi en Marin Alsop gingen Nézet-Séguin hierin voor. Tijdens uitvoeringen in Philadelphia (hier live op cd) raakte Nézet-Séguin zelfs zo onder de indruk van deze antiautoritaire mis dat hij alles van Bernstein wil dirigeren. Hoe moeten we deze revival verklaren? Misschien dat alle wansmaak toch neerkomt op satire, of misschien zelfs zelfspot. Zo opent Mass met een hoop rumoer waarvan je als luisteraar alleen maar horendol wordt. De celebrant maakt echter resoluut een einde aan al die herrie met het ontroerende ‘Sing God a simple song…. for God is the simplest of all’. En dan het laatste halfuur, waarin het altaar wordt ontheiligd en het vaatwerk aan stukken wordt gegooid. Je kunt er van denken wat je wilt, maar puur muzikaal gezien is het heel knap. Ook dit pandemonium loopt uit op verstilling, en dat in een enorme spanningsboog die heel knap getimed is. (HJ)meer