De Oostenrijkse componist Joseph Lanner (1801-1843) wordt samen met
Johann Strauss senior gerekend tot de belangrijkste danscomponisten van het Biedermeier-tijdperk (1815-1848). De inwoners van Wenen zijn in deze tijd dol op dansfeesten.
Lanner wordt geboren als zoon van een handschoenenmaker en huishoudster. Hij leert zichzelf vioolspelen en componeren. Als tiener vormt hij een trio dat in de kleine tavernes van Wenen dansmuziek speelt. Het ensemble wordt steeds groter en later opgesplitst in twee dansorkesten. Lanner componeert, dirigeert en treedt op als vioolvirtuoos. Met groot succes. Zijn dansorkest speelt in de grotere danscafés. En als eerste organiseert hij openluchtconcerten in de Volksgarten, het grote park van Wenen. In 1829 wordt Lanner muziekdirecteur van de Redoutensäle (de bal- en concertzalen in het keizerlijke Hofburg-paleis). Een paar jaar later wordt hij benoemd tot kapelmeester van het Tweede Weense Regiment. Lanner sterft in 1843 aan typhus. Hij is dan net 42 jaar oud.
Lanner ontwikkelt samen met Johann Strauss senior de wals. Vergeleken met Strauss senior komt zijn muziek wat melancholisch en verfijnd over: hij
nodigt de mensen
uit om te dansen, terwijl Strauss hen
beveelt te dansen. Tot zijn bekendste werken worden gerekend
Die Hofballtänze en
Die Schönbrunner.
