(bron: wikipedia)Michael Praetorius (eigenlijk Michael Schultheisz of Schulze), (Creuzburg, bij Eisenach, 15 februari 1571 – Wolfenbüttel, 15 februari 1621) was een Duits componist uit de beginperiode van de barokmuziek.
Hij is zeer bekend vanwege zijn kerkmuziek, en was ook muziektheoreticus. Zijn driedelig traktaat Syntagma Musicum (1615–1620) kan worden gezien als een encyclopedie van de muziektheorie en -praktijk van die tijd. Het eerste deel behandelt de kerkmuziek en bevat een schat aan citaten uit oudere bronnen; het tweede deel geeft een overzicht-... meer
Al op zeer jonge leeftijd gaf Hans Leo Hassler blijk van muzikale begaafdheid. Hij werd onder anderen door zijn vader opgeleid in de stijl van de school van
Orlando di Lasso. Tijdens een verblijf van ruim een jaar in Venetië studeerde hij bij
Andrea Gabrieli en maakte kennis met de muziektheoreticus
Zarlino en met
Giovanni Gabrieli. Zijn ervaringen en kennis nam Hassler mee terug naar Augsburg, waar hij ging werken als componist en leraar. Hasslers vocale muziek werd breed verspreid en was zo behoorlijk invloedrijk. (LW)
Als het aan het calvinisme had gelegen, waren alle orgels met de beeldenstorm uit de kerken verdwenen. Dankzij de stadsbesturen bleven de orgels echter behouden. Sweelinck was dan ook feitelijk een ambtenaar, in dienst van het Amsterdamse stadsbestuur. Als stadsorganist vermaakte hij het publiek dat door de week in de Oude Kerk kwam wandelen. Sweelincks orgel- en klavecimbelmuziek is van uitzonderlijk belang, omdat allerlei internationale invloeden hier met groot meesterschap werden geconsolideerd. Men moet Sweelincks klanken niet beluisteren met de oren waarmee men Bach, Beethoven of Brahms beluistert. Sweelincks instrumentale werken hebben een geheel eigen soort expressie, waarbij niet tonaal, maar 'temporeel' wordt gemoduleerd: de onderhavige toccata's, variaties en fantasieën beginnen vaak gedragen, om daarna gaandeweg in beweging toe te nemen. Met name Sweelincks Fantasieën zijn meesterwerken van dit principe. Neem de beroemde 'Chromatische Fantasie', waaraan ruwweg een driedelige structuur ten grondslag ligt. Het eerste deel behandelt het chromatisch gegeven in hele en halve noten. In de tweede sectie wordt het thema tot een ware 'cantus firmus' verbreed, terwijl de omspelingen nu juist versnellen. In de derde sectie wordt ook het chromatische thema 'versneld', waarna het geheel met een sierlijk buiging wordt afgerond. (HJ)
Schütz is precies honderd jaar vóór Johann Sebastian Bach geboren, en net als Bach was hij zeer breed ontwikkeld, en componeerde in de meest uiteenlopende stijlen. In tegenstelling tot Bach kwam Schütz echter bepaald niet uit een muzikaal nest, en zijn ouders zetten hem dan ook onder druk om ook een 'fatsoenlijk vak' te leren. Toen hij in 1609 de kans kreeg om bij Giovanni Gabrieli te studeren, pakte hij deze echter met beide handen aan. Na enige omwegen kwam Schütz in Dresden terecht, waar hij het grootste deel van zijn leven zou blijven. Schütz werd maar liefst 87 jaar oud, uniek voor die tijd. Treurig hieraan was dat hij zowel zijn vrouw als zijn twee dochters overleefde. De (bijna altijd vocale) muziek van Schütz is typerend voor zijn tijd: centraal staat de betekenis van de tekst en de vormgeving hiervan in de muziek. In zijn lange leven heeft Schütz ongeveer 500 werken gecomponeerd. Vermeldenswaard zijn de jeugdige madrigalen, de Symphoniae Sacrae, de Musikalische Exequien, de Weihnachtshistorie en zijn late passies. Tot slot bevatten de Kleine geistliche Konzerte vele pareltjes – en Schütz sloot zijn leven af met een indrukwekkende zetting van zijn lievelingspsalm 119. (TC)
Velen kennen Heinrich Isaac vooral van zijn twee beroemde zettingen van ‘Innsbruck, ich muss dich lassen’. Isaac is echter de auteur van een enorm oeuvre, waarmee hij al snel faam verwierf. Isaac werd in Vlaanderen geboren en had een goede opleiding, ondanks het feit dat hij geen kerkelijke carrière opbouwde (ongebruikelijk voor iemand van zijn statuur!). Hij was getrouwd maar bleef waarschijnlijk zijn levenlang kinderloos. Isaacs loopbaan liep uitermate voorspoedig, bij twee van de belangrijkste werkgevers van zijn tijd: na een positie rond de legendarische Italiaanse Medici-familie werd hij hofcomponist bij koning Maximiliaan I. Heinrich Isaac is vooral invloedrijk gebleken door zijn miscomposities. Hij schreef maar liefst 36 missen, velen ervan gebaseerd op traditionele gregoriaanse melodieën. Daarnaast wilde hij met zijn monumentale ‘Choralis Constantinus’ voor alle zondagen van het jaar misgezangen schrijven, maar helaas bleef het project onvoltooid. Isaac schreef verder nog vele motetten en liederen, waarmee duidelijk wordt hoe ongelofelijk productief en veelzijdig hij was. Deze creatieve energie en werklust blijkt ook uit een opmerking van een potentiële werkgever, die zei dat Isaac componeerde als hem dat gevraagd werd en niet slechts als hij dat zelf wilde, zoals Josquin... (TC)