Pierre Attaingnant was geen componist maar een uitgever en drukker van muziekbundels. En niet zomaar een: hij zou een van de beroemdste uitgevers van zijn tijd worden. Ook was hij vooruitstrevend door de 'rechten' van zijn compilaties te verwerven, zodat concurrenten daar niet mee aan de haal konden gaan. In 1537 werd Attaingnant bovendien benoemd tot de koninklijke muziekdrukker en -bibliothecaris. In zijn leven stelde hij tientallen bundels samen met chansons, instrumentale werken als gaillardes, branles, dansen maar ook missen en motetten. Dit waren dus altijd werken van andere componisten, maar Attaingnant arrangeerde wel regelmatig vocale muziek tot luit- of klavierzettingen. Maar het is niet altijd duidelijk van wát een bepaald stuk dan een bewerking was. De werkenlijst op Muziekweb is dus wat misleidend, omdat het hier om zulke stukken gaat: bewerkingen, maar niet zeker van wat.. (TC)
Als het aan het calvinisme had gelegen, waren alle orgels met de beeldenstorm uit de kerken verdwenen. Dankzij de stadsbesturen bleven de orgels echter behouden. Sweelinck was dan ook feitelijk een ambtenaar, in dienst van het Amsterdamse stadsbestuur. Als stadsorganist vermaakte hij het publiek dat door de week in de Oude Kerk kwam wandelen. Sweelincks orgel- en klavecimbelmuziek is van uitzonderlijk belang, omdat allerlei internationale invloeden hier met groot meesterschap werden geconsolideerd. Men moet Sweelincks klanken niet beluisteren met de oren waarmee men Bach, Beethoven of Brahms beluistert. Sweelincks instrumentale werken hebben een geheel eigen soort expressie, waarbij niet tonaal, maar 'temporeel' wordt gemoduleerd: de onderhavige toccata's, variaties en fantasieën beginnen vaak gedragen, om daarna gaandeweg in beweging toe te nemen. Met name Sweelincks Fantasieën zijn meesterwerken van dit principe. Neem de beroemde 'Chromatische Fantasie', waaraan ruwweg een driedelige structuur ten grondslag ligt. Het eerste deel behandelt het chromatisch gegeven in hele en halve noten. In de tweede sectie wordt het thema tot een ware 'cantus firmus' verbreed, terwijl de omspelingen nu juist versnellen. In de derde sectie wordt ook het chromatische thema 'versneld', waarna het geheel met een sierlijk buiging wordt afgerond. (HJ)