Hoewel veel popmuziek betiteld kan worden als dansmuziek, heeft dance als genre specifiek betrekking op grotendeels elektronische muziek die speciaal bedoeld is om de dansvloer vol te krijgen en die zich richt op de bijbehorende clubcultuur. Die cultuur ontstond in de discotheken van de jaren zestig en kreeg in het daaropvolgende decennium een eigen soundtrack met de komst van de discomuziek. Als genre-aanduiding werd de term dance pas gemeengoed in de jaren tachtig, toen house zijn intrede deed. In de jaren negentig was dance synoniem met eurodance, de elektronische top-40 muziek die te poppy was om door te gaan voor house. Eurodance-artiesten als 2 Unlimited, Haddaway en Snap goten invloeden uit rap en house in een goed verkopend popjasje.
Afro-Caribische muziek, ontstaan op de Britse en Franse eilanden. Hoewel calypso wordt gespeeld in verschillende Frans- en Engelstalige Caribische eilanden, ligt de bakermat ervan in Trinidad. Hier werd het carnaval door calypsozangers aangegrepen om hun publiek niet alleen aan het dansen te krijgen, maar hun ook een boodschap over te brengen. Van feitelijke nieuwsberichten tot scherpe kritiek op de corrupte leiders van het land, naast muzikant waren de zangers ook een soort journalist. Troubadours, zouden we ze in de middeleeuwen hebben genoemd. In Trinidad kende calypso een opleving aan het begin van de twintigste eeuw. Vijftig jaar later nam het genre ook internationaal een vlucht, toen Amerikaanse muzikanten hun eigen interpretaties vertolkten van calypsonummers. Denk aan Rum and Coca Cola van de Andrew Sisters en de Banana Boat Song van Harry Belafonte (hoewel dit eigenlijk een Jamaicaans slavenlied is). Soca ontstond uit een mix van calypso en Indiase muziek. De naam zelf is een afkorting van soul en calypso. Soca is echte feestmuziek, met dito teksten. In Jamaica ontwikkelde zich halverwege de twintigste eeuw een muzieksoort die sterke gelijkenis vertoont met calypso. Uit deze mento zou zich later ska ontwikkelen.