Texaans trio dat begin jaren zeventig goede sier maakt met dampende bluesrock. Midden jaren tachtig maakt de groep een opvallende doorbraak naar het mainstreampubliek. De sound is iets gladder, maar de groep dankt de doorbraak vooral aan MTV. De zender draait de clips van de band, vooral vanwege de mediagenieke rossige puntbaarden van de bandleden én diverse langbenige blondines. Grappig detail is dat de drummer met de naam Frank Beard als enige geen lange baard draagt. Evenwel steken liedjes als Gimme All Your Lovin’ en Legs ook zonder het uiterlijk vertoon, uit boven de middelmaat. Na de eeuwwisseling is de groep minder prominent in beeld, maar dat weerhoudt het trio er niet van om onvermoeibaar de wereld over te blijven touren.
(bron: wikipedia)The Sweet was een Britse glamrockband met hoogtijdagen tussen 1971 en 1978. De band werd opgericht in 1968 als Sweetshop, later afgekort tot Sweet. De succesbezetting bestond uit Andy Scott (gitaar/zang), Steve Priest (bas/zang), Brian Connolly (zang) en Mick Tucker (drums/zang), van wie in 2020 enkel Andy Scott nog in leven is. Kenmerkend voor deze band is de hoge samenzang.
The Sweet maakte begin jaren 70 bubblegummuziek onder toeziend oog van producersduo Nicky Chinn en Mike Chapman (Chinnichap, ook bekend... meer
Lynyrd Skynyrd was één van de groepen die hardrock injecteerde met invloeden uit blues, soul en gospel: ‘southern rock’, een geluid dat rechtstreeks uit het zuiden van de VS kwam. De groep vernoemde zich naar Leonard Skinner, de gymleraar op hun middelbare school. Het rootsy geluid van de band en het lijzige accent van zanger Ronnie van Zant sprak veel Amerikanen aan. De groep scoorde grote hits met nummers als Sweet Home Alabama en Freebird. De opmars van de groep werd in 1977 wreed onderbroken door een vliegtuigongeluk waarbij drie bandleden omkwamen. Vanaf 1987 speelt een incarnatie van de groep, met Ronnie’s broer Johnny van Zant als zanger, verder onder de oude naam. Live staat de groep nog altijd haar mannetje, maar de cd’s kunnen niet tippen aan de albums die de groep in de jaren zeventig uitbracht.
Deep Purple, een van de langstlopende en meest productieve hardrockbands, dook voor het eerst op in het psychedelische tijdperk van eind jaren zestig. De band viel op omdat ze veel harder speelden dan al hun voorgangers. De klassieke bezetting uit de jaren zeventig (met de virtuoze gitarist
Ritchie Blackmore, de klagende tenor van
Ian Gillan en de klassiek getrainde toetsenist
Jon Lord) was een blauwdruk voor veel hardrock- en metalbands die in hun voetsporen volgden. De latere jaren kenmerkten zich door de vele bezettingswisselingen. De zangers
David Coverdale en
Joe Lynn Turner en de gitaristen
Tommy Bolin en
Steve Morse maakten ooit deel uit van de groep. Vanaf de jaren tachtig vonden er spaarzame reünies plaats met de belangrijkste bandleden uit het illustere verleden.
De theatrale rock band Kiss, opgericht in de jaren zeventig op het hoogtepunt van de glitterrock, bracht met zware riffs en een eindeloze voorraad make-up een bezetting van stripfiguren tot leven. Ieder bandlid had een alter ego (Gene Simmons, duivel; Paul Stanley, knappe jongen; Ace Frehley, astronaut; Peter Criss, kat). Kiss zette een standaard voor het ultieme spektakel, waarin monstrueuze heavy rock vol pakkende hooklines werd gecombineerd met uitzinnige kostuums en decors. Criss verliet de groep, en een paar jaar later stapte ook Frehley op. Simmons en Stanley gingen dapper door met verschillende bezettingen, en vanaf het album Lick It Up (1983) nam de groep zelfs afscheid van de make-up. In 1996 hergroepeerde het originele kwartet zich en haalde de oude maskers en uitdossingen uit de mottenballen voor een enorm succesvolle tournee. De twee belangrijkste mannen van de band - Simmons en Stanley - bleven met steeds wisselende bezettingen op tournee gaan tot in het nieuwe millennium, vooral voor de lucratieve festivaloptredens.
Wereldwijd staat het Engelse Black Sabbath bekend als dé belichaming van heavy metal. De band wist in de jaren zeventig de aandacht te trekken met een loodzware brij van monumentale gitaarriffs, eindetijdsvisioenen en op horrorfilms geïnspireerde teksten. Nadat frontman
Ozzy Osbourne in 1979 succesvol als soloartiest verderging, trok het overgebleven trio onvermoeibaar verder met een aantal vervangers, onder wie
Rainbow’s
Ronnie James Dio. In 1997 organiseerde Ozzy met zijn voormalige bandmaten een veelbesproken reünie, wat uiteindelijk in 2013 leidde tot de comebackplaat
13.