(bron: wikipedia)Arthur (Art) Blakey (Pittsburgh (Pennsylvania), 11 oktober 1919 – New York, 16 oktober 1990), ook wel Abdullah Ibn Buhaina genaamd, was een van de grootste Amerikaanse jazzdrummers en een van de invloedrijkste jazzmuzikanten.
Blakey is met Kenny Clarke en Max Roach de uitvinder van de bebop-drumstijl. Blakey was echter niet alleen een drummer, hij stond ook te boek als een groot bandleider.
In de jaren 1940 begon Blakey als drummer van verscheidende bands ervaring op te doen in het jazzwereldje.... meer
Toetsenist Herbie Hancock werd op 10 april 1940 geboren in Chicago. In zijn grillige carrière verkende hij vele stijlen, waaronder elektrische en akoestische jazz, blues, gospel, funk en zelfs moderne klassieke muziek. Als een van de eerste jazzmusici wist hij optimaal te profiteren van technologische ontwikkelingen. Zo experimenteerde hij al vroeg met revolutionaire instrumenten als de Fender Rhodes, de Hohner-clavinet en de eerste synthesizers. In de loop van zijn carrière speelde Hancock met ontelbare grote namen van de jazz, zoals Donald Byrd, Miles Davis, George Benson, Wynton Marsalis en Michael Brecker. Ondanks een eenmalig hitparadesucces in 1983 - met de eerste electric boogie-single Rockit - is Hancock altijd een ongrijpbaar artiest gebleven, die zich zowel met pop, jazz als wereldmuziek bezighoudt.
Pianist Horace Silver (1928-2014) was in de jaren zestig een van de belangrijkste vormgevers van de hardbop. De albums die hij in die jaren opnam voor
Blue Note gelden als hoogtepunten in zijn oeuvre. Silver werkte samen met
Art Blakey en
Stan Getz en zijn eigen band bleek een springplank voor jazztalent als Donald Byrd, Woody Shaw, Joe Henderson en Michael en Randy Brecker. Silver groeide op in Connecticut en werd geboren als Horace Tavares Silva. Zijn vader kwam van Kaapverdië. Die invloed was terug te horen op songs als Song For My Father en Cape Verdean Blues. Behalve veel jazzmusici beïnvloedde Silver ook
Steely Dan, die voor hun hit Rikki Don’t Lose That Number de openingsriff van Silvers Song For My Father ‘leenden’.
(bron: wikipedia)Lee Morgan (Philadelphia, 10 juli 1938 - New York, 19 februari 1972) was een Amerikaanse hard bop-jazztrompettist.
Lee Morgan was een van de iconen van de hard bop jazz. Zijn carrière als trompettist duurde van midden jaren 50 tot begin 1970. Na als kind te zijn begonnen op de vibrafoon, maakte Morgan op 14-jarige leeftijd de overstap naar de trompet. Zijn grootste invloed was Clifford Brown van wie hij een aantal muzieklessen kreeg vlak voor deze verongelukte bij een auto-ongeval.... meer
Hard bop-trompettist Freddie Hubbard speelde begin jaren zestig in de Jazz Messengers van Art Blakey. Daarnaast maakte hij vele eigen albums voor Blue Note, zoals Ready For Freddie en Hub-Tones en is hij te horen in opnamen van onder meer Wayne Shorter, Herbie Hancock en John Coltrane. De trompettist, die bekend stond om zijn felle sound en bravoure-spel, werd 70 jaar oud.
‘Saxophone Colossus’ is een passende beschrijving voor deze tenorsaxofonist die tot de grootste levende jazzartiesten wordt gerekend. Sonny Rollins maakte zijn eerste platenopname op zijn negentiende, eind jaren veertig van de vorige eeuw. In tegenstelling tot Parker en Coltrane was de grootte van zijn talent onmiddellijk duidelijk. Na het onderzoeken van de hard-bop van begin jaren vijftig, nam hij van Monk het idee over om de melodie in plaats van de akkoorden als uitgangspunt te nemen in zijn improvisaties. Als een meer stadse en sardonische tegenhanger van Coltrane met zijn bezwerende zoektochten, is Rollins in staat om urenlange, onbegeleide solo’s te spelen met eindeloze variaties, voortgebracht door de meest krachtige sound die ooit uit een saxofoon werd gewrongen.
Charles Mingus legde alles wat hij in zich had aan ervaring in zijn spel. Hij was een krachtige en virtuoze bassist. Als componist putte hij uit de gehele jazzgeschiedenis, wat resulteerde in werk van indrukwekkende schoonheid. Maar hij was vooral een artiest wiens compromisloze geest zowel controverse als bewondering opriep. In de jaren veertig en vijftig werkte hij als bassist voor iedereen van Kid Ory en Louis Armstrong tot Charlie Parker en Thelonious Monk. Begin jaren vijftig maakte hij zijn eerste opnamen als bandleider, aan het eind van dat decennium was hij op de top van zijn kunnen als bandleider, arrangeur en componist. Hij verwerkte de invloed van gospel, blues en Europese klassieke componisten tot een bigband jazz formule, met een innovatieve en volledig unieke sound. Mingus overleed in 1979, maar zijn invloed op volgende muzikale generaties is onuitwisbaar.