Begaafd saxofonist, excellent trompettist, bejubeld componist en arrangeur, klarinettist en zanger: Benny Carter (1907-2003) was van vele markten thuis. Deze coryfee van het swing-tijdperk werkte als bandleider en arrangeur in New York voordat hij in 1936 naar Londen vertrok om te gaan arrangeren voor het BBC Dance Orchestra. Enkele jaren later keerde hij terug naar de VS om een eigen big band te leiden en zich vervolgens in Hollywood te vestigen als componist van filmscores en tv-thema’s. Daarnaast bleef hij schrijven voor zangers en bands, met onder meer Count Basie als gretig afnemer. Tot op hoge leeftijd bleef Carter actief als saxofonist. Zijn heldere en vibratoloze sound is op vele albums te horen.
meer
Trompettist en zanger Louis Armstrong is misschien wel de meest invloedrijke artiest in de geschiedenis van de jazz. Hij begon in de jaren twintig in de "hot" bands van New Orleans en was een van de eersten die solo-improvisatie in het jazzidioom integreerden. In de komende decennia veranderde zijn stijl nauwelijks, maar hij had vele volgelingen. Armstrong, die ook bekend was onder de koosnaam "Satchmo", was een van de meest geliefde figuren in de Amerikaanse populaire muziek. Zijn vruchtbare opnamecarrière, en het tijdloze karakter van zijn muziek, dragen er zorg voor dat zijn erfenis zal blijven voortbestaan.
“The incredibly lovely sound of Stan Getz”. Wel wat zelfingenomen om zoiets van jezelf te zeggen, maar Stan Getz had wel gelijk. Vrijwel geen enkele andere saxofonist kon zo’n lyrisch geluid halen uit zijn tenor. Met dat geluid en zijn vloeiende lijnen was Getz veel te horen op bossa nova-cd’s en zelfs enkele smooth fusion albums. Daardoor zou je haast vergeten dat hij een geweldig improvisator was in een stijl die het midden hield tussen cool jazz en hard bop. Getz (1927) maakte eind jaren veertig indruk als frontman van de Four Brothers, de beroemde saxofoonsectie van het orkest van Woody Herman. Daarna begon hij kleine groepen te leiden met onder meer Jimmy Raney en Horace Silver. Zijn grootste succes, commercieel gezien, scoorde hij in een Braziliaans getinte samenwerking met gitarist Charlie Byrd en de bossa nova-hits Desafinado en The Girl From Ipanema.
Pianist Horace Silver (1928-2014) was in de jaren zestig een van de belangrijkste vormgevers van de hardbop. De albums die hij in die jaren opnam voor
Blue Note gelden als hoogtepunten in zijn oeuvre. Silver werkte samen met
Art Blakey en
Stan Getz en zijn eigen band bleek een springplank voor jazztalent als Donald Byrd, Woody Shaw, Joe Henderson en Michael en Randy Brecker. Silver groeide op in Connecticut en werd geboren als Horace Tavares Silva. Zijn vader kwam van Kaapverdië. Die invloed was terug te horen op songs als Song For My Father en Cape Verdean Blues. Behalve veel jazzmusici beïnvloedde Silver ook
Steely Dan, die voor hun hit Rikki Don’t Lose That Number de openingsriff van Silvers Song For My Father ‘leenden’.
Drummer Max Roach (Newland, North Carolina, 1924) wordt samen met Kenny Clarke beschouwd als de uitvinders van het bebop-drummen. Roach begon zijn carrière op zijn zestiende als vervanger in de orkesten van Duke Ellington en Count Basie. In New York leerde hij andere beboppers kennen, waaronder Charlie Parker, Dizzy Gillespie, Thelonius Monk en Kenny Clarke. Toen die laatste in 1943 in militaire dienst moest, verving Roach hem bij Charlie Parker. In 1945 maakte hij enkele beroemde opnamen met Parker en Gillespie en werd hij door Gillespie gevraagd voor diens bigband. Samen met trompettist Clifford Brown richtte hij in 1954 het Brown-Roach-Quintet op dat snel uitgroeide tot een van de belangrijkste hard bop groepen. De band kreeg een abrupt einde door een dodelijk auto-ongeluk van Brown in 1956. Later startte Roach een nieuw kwintet en speelde hij onder meer samen met Archie Shepp, Anthony Braxton, Cecil Taylor en Dollar Brand. Vanaf het begin van de tachtiger jaren deed Roach een aantal solo-concerten en leidde hij diverse groepen, zoals het percussie-ensemble M’Boom. Hij overleed in 2007op 83-jarige leeftijd.
De manier waarop Jean ‘Toots’ Thielemans (1922-2016) en zijn harmonica onderdeel zijn geworden van de Nederlandse cultuur, doet haast vergeten dat hij toch echt uit België komt. Toots is in alle vormen van de Nederlandse media aanwezig, van het thema van de tv-serie
Baantjer tot de soundtrack van de film
Turks Fruit en gastoptredens bij tal van Nederlandse populaire artiesten. De reden voor zijn wereldwijde beroemdheid is simpel: Thielemans was de beste harmonicaspeler ter wereld. Vlak na de oorlog vertrok Toots naar de Verenigde Staten waar hij speelde met bijna alle grootheden uit de jazz. Onder meer
Benny Goodman,
Miles Davis,
Charlie Parker en
Stevie Wonder deden graag een beroep op Thielemans. Toch was het niet het eerste en enige instrument wat hij speelde; zo begon hij op driejarige leeftijd (!) met de accordeon en speelde op latere leeftijd gitaar. Toch is het de harmonica die hem uiteindelijk zijn faam heeft bezorgd en de lijst met gastoptredens waarbij hij zijn stijl mag demonstreren is onnoemlijk groot. In 1995 kreeg hij de Bird Award.
In de jaren twintig speelde Stephane Grappelli (1908) als violist en pianist in bars en clubs in Parijs. Daar ontmoette hij gitarist Django Reinhardt met wie hij in 1934 het Quintette Du Hot Club De France oprichtte. Dit was een van de eerste jazzbands waarvan de leden alleen snaarinstrumenten bespeelden. Hun muziek was een unieke mix van zigeunermuziek en jazzimprovisatie en vormde de grondslag voor de gypsy jazz. Na Reinhardt’s overlijden in 1953 deed Grappelli vele gigs met verschillende muzikanten. In 1969 speelde hij voor de eerste maal in de VS, onder meer op het Newport Jazz Festival. Daarna werd hij een graag geziene gast op vele internationale jazzfestivals. Grappelli staat bekend om zijn romantische speelstijl, geworteld in het swing-tijdperk.
Pianist Martial Solal (1927) groeide op in zijn geboorteland Algerije, waarna hij begin jaren vijftig naar Parijs verhuisde. Daar speelde hij met Django Reinhardt en begeleidde vele Amerikaanse jazzmuzikanten. In zijn spel mengt hij kenmerken van swing- en bebop- pianovirtuozen als Art Tatum, Earl Hines en Bud Powell met zijn heldere toucher en fantasievolle improvisaties tot een geheel eigen stijl. Naast pianist is Solal een begaafd componist die onder meer vele filmscores op zijn naam heeft staan. Hoewel hij enkele malen een big band leidde, speelt hij bij voorkeur in kleine groepen of solo.
Ella Fitzgerald was de belangrijkste uitvoerende van het American Popular Songbook, vanwege haar onvergelijkbare kwaliteiten en zorgvuldige materiaalkeuze. Met producer Norman Granz legde ze aan verschillende componisten gewijde ‘songbooks’ op vinyl vast. Daarmee maakte Fitzgerald definitieve versies van de liederen van de belangrijkste Amerikaanse songschrijvers. Fitzgerald had een enorm stembereik en gedurende het grootste deel van haar carrière behield haar stem de jeugdige, licht vibrerende klank. Daardoor klonken haar versies opvallend fris, vooral haar ‘scat’-materiaal. Hoewel vele uitstekende artiesten haar hebben opgevolgd, zal er hoogstwaarschijnlijk nooit meer iemand opstaan die het American Songbook zo subliem vertolkt.
(bron: wikipedia)Milton (Milt) Jackson (Detroit, 1 januari 1923 – New York, 9 oktober 1999) was een legendarische Amerikaanse jazz-vibrafonist, die vooral bekend werd met het Modern Jazz Quartet, een van de langst bestaande bands in de geschiedenis van de jazz. De populariteit van dit viertal muzikanten was, aldus Jackson, vooral te danken aan de manier waarop geïmproviseerd werd op klassieke muziek, wat leidde tot een combinatie van klassiek met jazz en pop.
Jackson begon op 7-jarige leeftijd als zanger. Hij zong... meer
Thelonoius Monk is een van de meest invloedrijke jazzpianisten en –componisten van de afgelopen eeuw. Een van zijn bekendste composities is Round Midnight, een stuk waarin de stijl van Monk goed is te herkennen: alle noten worden even ferm en duidelijk gespeeld. Ook het abrupte afbreken van sommige noten is kenmerkend voor de pianist. Monk heeft gedurende dertig jaar veel succes en speelt samen met de grootste jazzartiesten waaronder Miles Davis, John Coltrane en Sonny Rollins. Hij heeft wel zo nu en dan last van een psychische aandoening en halverwege de jaren zeventig trekt hij zich terug in een verzorgingshuis. Er staat wel een piano, maar Monk speelt nooit meer. In 1982 overlijdt Thelonious Monk op 64-jarige leeftijd aan een beroerte.
Lionel Hampton (Louisville, 1990) begon zijn muzikale carrière als drummer, maar staat vooral bekend als meester op de vibrafoon. Door zijn werk bij
Louis Armstrong en
Benny Goodman in de jaren dertig gaf hij dit instrument een volwaardige plaats in de jazz. Vanaf 1940 begon Hampton te werken met eigen orkesten. Met zijn big bandversie van het nummer Flying Home uit 1942 scoorde hij een grote hit. Het nummer zou onlosmakelijk met hem verbonden blijven. Naast zijn virtuositeit stond Hampton bekend om zijn talent om een publiek in verregaande staat van opwinding te brengen. Zo ging het publiek tijdens een optreden van zijn orkest in de Amsterdamse Apollohal in 1954 zo tekeer dat men door de vloer zakte. Het jaar daarop maakte zijn band het zo bont in het Concertgebouw dat de politie zich genoodzaakt zag het optreden af te breken. Tot op hoge leeftijd bleef Hampton optreden, terend op zijn oude hits als Flying Home, Hey Ba Ba Re Ba en Air Mail Special.
(bron: wikipedia)Benjamin David (Benny) Goodman, bijnaam The King of Swing (Chicago, 30 mei 1909 - New York City, 13 juni 1986) was een beroemd Amerikaans jazzmusicus.
Als zoon van arme Joodse immigranten leerde hij klarinet spelen in een jeugdorkest dat door een goed doel werd gefinancierd. Op school leerde hij drummer Dave Tough kennen. Hij bleek al op jonge leeftijd een getalenteerd muzikant en speelde mee met The Austin High School Gang. Op twaalfjarige leeftijd imiteerde hij al de bekende bandleider... meer
Het lukte Billie Holiday, het schoolvoorbeeld van een jazzzangeres, altijd om haar hart te leggen in elk liedje dat ze zong. Met haar frêle stem en bondige stijl wist ze zelfs de meest luchtige popliedjes een hartverscheurende draai mee te geven. Haar beste muziek zit vol emotie, zowel vrolijkheid als wanhoop, en maar weinig muzikanten wisten dat gevoel te evenaren. Van het midden van de jaren dertig tot het midden van de jaren veertig bevond Lady Day zich op de top van haar kunnen. Ze nam albums op met vele zwaargewichten uit de jazz, zoals Benny Goodman, Duke Ellington en Lester Young. In de late jaren veertig leidde haar heftige liefdesleven en haar drank- en drugsgebruik tot problemen, waarbij ze uiteindelijk ook met de sterke arm der wet in aanraking kwam. Ook Holidays gezondheid holde achteruit, wat uiteindelijk leidde tot haar dood in 1959. Haar woelige privéleven zorgde dat ze in haar tijd de krantenkoppen haalde, haar unieke talent maakte haar tot een tijdloze legende.
(bron: wikipedia)Dexter Gordon (Los Angeles, 27 februari 1923 – Philadelphia, 25 april 1990) was een Amerikaans tenorsaxofonist. Hij wordt beschouwd als een van de eerste bebop tenorsaxofonisten. Op een uit 1948 daterende foto, genomen tijdens een optreden in The Royal Roost, staat hij afgebeeld terwijl hij een sigaret rookt. Deze foto zou later een van de iconen uit de geschiedenis van de jazz worden. Gordon was een grote man van meer dan 1m90, vandaar zijn bijnaam Long Tall Dexter. In 1986... meer
Pianist Oscar Peterson (Canada, 1925) was een van jazzartiesten met de meeste opgenomen albums. Aan het begin van zijn carrière ging hij een samenwerking aan met producer Norman Granz en sinds de jaren vijftig was hij een van de steunpilaren van Granz’ labels (Verve en Pablo). Peterson werkte hoofdzakelijk in triobezettingen met afwisselend gitaar & bas of bas & drums, maar deed ook solo-optredens en concerten met grotere groepen en een volledig orkest. Hij beschikte over een fabuleuze techniek waarmee hij altijd krachtige swingende muziek wist te produceren in een unieke eigen stijl die het midden hield tussen swing en bop.
Als hét fotomodel van de cooljazz in jaren vijftig was Chet Baker een tijdlang het icoon van de sensitieve subcultuur van dat decennium. Maar in plaats van de ladder van beroemdheid te bestijgen bleef hij een outsider, de belangrijkste onder de ’beautiful losers’. De daaropvolgende dertig jaar verscheen hij in en uit de schijnwerpers door briljante momenten af te wisselen met fysieke aftakeling en persoonlijke misère. Nadat zijn tanden uit zijn mond werden geslagen bij een drugsgerelateerde vechtpartij, stopte hij lange tijd met spelen. Toen hij eindelijk zijn comeback maakte, bleek hij een nog steeds krachtige, maar rusteloze geestverschijning. In 1987 verscheen de met gejuich ontvangen Baker-documentaire Let’s Get Lost, maar een jaar later, onder invloed van drugs, viel Baker uit het raam van een Amsterdams hotel en stierf een dood die net zo tragisch was als zijn door genialiteit gekenmerkte leven.
(bron: wikipedia)Ahmad Jamal (Pittsburgh, 2 juli 1930), geboren als Frederick Russell Jones is een innovatieve en invloedrijke Amerikaanse jazzpianist, componist en mentor. Volgens Stanley Crouch geldt Jamal als de op-één-na belangrijkste in de ontwikkeling van jazz na 1945 na Charlie Parker. De afgelopen vijf decennia is hij een van de meest succesvolle trio leiders in de jazz geweest.
Sinds 1980 is Jamal gast aan huis bij de belangrijkste clubs in de Verenigde Staten en grote Europese jazzfestivals. Hij wordt vaak begeleid... meer
(bron: wikipedia)Walter 'Maynard' Ferguson (Verdun (Quebec), 4 mei 1928 - Ventura (Californië), 23 augustus 2006) was een Canadese jazztrompettist, solobugelist, ventieltrombonist en bandleider.
Ferguson studeerde als kind piano en viool. Op 9-jarige leeftijd begon hij op de trompet. Toentertijd speelde hij al in een kleine schoolband die optrad bij openbare schoolactiviteiten. De band werd onderwezen door Stan Wood (saxofonist), Roland David en Johnny Holmes. Fergusons oudere broer, Percy, speelde ook voor Holmes als baritonsaxofonist.
In 1943 studeerde hij aan de Communauté... meer
Er bestaan maar weinig muzikanten in de moderne popmuziek die werkelijk ‘geniaal’ kunnen worden genoemd, maar in het geval van Ray Charles is deze typering terecht. Zijn oorspronkelijke manier van zingen, met invloeden uit zowel gospel als popmuziek, heeft nadien talloze grote zangers geïnspireerd. In zijn lange, productieve carrière als platenartiest, die begon in 1949, was Charles misschien wel de beste vertolker van popmuziek van na de oorlog. Als begaafd pianist, songwriter en vocalist werd hij een meester in iedere stijl die hij aanpakte, zoals rhythm-and-blues, country, blues en soul. De man die onuitwisbare rhythm-and-bluesklassiekers schreef als I Got A Woman en What’d I Say overleed in 2004 als een meervoudig legende. Datzelfde jaar zorgde een opvallende acteerprestatie van Jamie Foxx, in de biografische film Ray, voor een waardig cineastisch eerbetoon.
‘Saxophone Colossus’ is een passende beschrijving voor deze tenorsaxofonist die tot de grootste levende jazzartiesten wordt gerekend. Sonny Rollins maakte zijn eerste platenopname op zijn negentiende, eind jaren veertig van de vorige eeuw. In tegenstelling tot Parker en Coltrane was de grootte van zijn talent onmiddellijk duidelijk. Na het onderzoeken van de hard-bop van begin jaren vijftig, nam hij van Monk het idee over om de melodie in plaats van de akkoorden als uitgangspunt te nemen in zijn improvisaties. Als een meer stadse en sardonische tegenhanger van Coltrane met zijn bezwerende zoektochten, is Rollins in staat om urenlange, onbegeleide solo’s te spelen met eindeloze variaties, voortgebracht door de meest krachtige sound die ooit uit een saxofoon werd gewrongen.
Charles Mingus legde alles wat hij in zich had aan ervaring in zijn spel. Hij was een krachtige en virtuoze bassist. Als componist putte hij uit de gehele jazzgeschiedenis, wat resulteerde in werk van indrukwekkende schoonheid. Maar hij was vooral een artiest wiens compromisloze geest zowel controverse als bewondering opriep. In de jaren veertig en vijftig werkte hij als bassist voor iedereen van Kid Ory en Louis Armstrong tot Charlie Parker en Thelonious Monk. Begin jaren vijftig maakte hij zijn eerste opnamen als bandleider, aan het eind van dat decennium was hij op de top van zijn kunnen als bandleider, arrangeur en componist. Hij verwerkte de invloed van gospel, blues en Europese klassieke componisten tot een bigband jazz formule, met een innovatieve en volledig unieke sound. Mingus overleed in 1979, maar zijn invloed op volgende muzikale generaties is onuitwisbaar.