Pianist Oscar Peterson (Canada, 1925) was een van jazzartiesten met de meeste opgenomen albums. Aan het begin van zijn carrière ging hij een samenwerking aan met producer Norman Granz en sinds de jaren vijftig was hij een van de steunpilaren van Granz’ labels (Verve en Pablo). Peterson werkte hoofdzakelijk in triobezettingen met afwisselend gitaar & bas of bas & drums, maar deed ook solo-optredens en concerten met grotere groepen en een volledig orkest. Hij beschikte over een fabuleuze techniek waarmee hij altijd krachtige swingende muziek wist te produceren in een unieke eigen stijl die het midden hield tussen swing en bop.
Als hét fotomodel van de cooljazz in jaren vijftig was Chet Baker een tijdlang het icoon van de sensitieve subcultuur van dat decennium. Maar in plaats van de ladder van beroemdheid te bestijgen bleef hij een outsider, de belangrijkste onder de ’beautiful losers’. De daaropvolgende dertig jaar verscheen hij in en uit de schijnwerpers door briljante momenten af te wisselen met fysieke aftakeling en persoonlijke misère. Nadat zijn tanden uit zijn mond werden geslagen bij een drugsgerelateerde vechtpartij, stopte hij lange tijd met spelen. Toen hij eindelijk zijn comeback maakte, bleek hij een nog steeds krachtige, maar rusteloze geestverschijning. In 1987 verscheen de met gejuich ontvangen Baker-documentaire Let’s Get Lost, maar een jaar later, onder invloed van drugs, viel Baker uit het raam van een Amsterdams hotel en stierf een dood die net zo tragisch was als zijn door genialiteit gekenmerkte leven.
(bron: wikipedia)Milton (Milt) Jackson (Detroit, 1 januari 1923 – New York, 9 oktober 1999) was een legendarische Amerikaanse jazz-vibrafonist, die vooral bekend werd met het Modern Jazz Quartet, een van de langst bestaande bands in de geschiedenis van de jazz. De populariteit van dit viertal muzikanten was, aldus Jackson, vooral te danken aan de manier waarop geïmproviseerd werd op klassieke muziek, wat leidde tot een combinatie van klassiek met jazz en pop.
Jackson begon op 7-jarige leeftijd als zanger. Hij zong... meer
Schijnbaar toevallig deelt Ruth Brown (Virginia 1928) haar initialen met het genre rhythm & blues. De zangeres was wellicht niet zo bekend als Ray Charles of Sam Cooke, maar Ruth Brown speelde wel degelijk een sleutelrol bij de ontwikkeling van rhythm & blues naar soul. Haar bijnaam was ‘Little Miss Rhythm’ en haar ritmische wijze van zingen zou soulzangeressen als Etta James, Tina Turner en Aretha Franklin inspireren. Ze was bovendien de eerste succesvolle artieste voor Atlantic Records. Deze platenmaatschappij overleefde daarmee haar eerste moeilijke jaren en zou de wereld jaren later veel fraaie soulplaten schenken.
Ondanks een harde, liefdeloze jeugd wist Etta James (echte naam: Jamesetta Hawkins) uit te groeien tot een belangrijke zangeres van rhythm-and-blues, soul en later ook jazzmateriaal. Haar hoogtijdagen beleefde ze in de jaren zestig toen ze een reeks sterke songs (onder meer At Last, Tell Mama en I’d Rather Go Blind) opnam voor het beroemde Chess Records. In latere jaren leed ze onder de drugs- en eetverslavingen waardoor haar productie laag bleef. Nadat ze in 1988 definitief afkickte, nam ze nog een aantal goede albums op. Haar doorleefde stem was een rolmodel voor jongere zangeressen. Onder meer Janis Joplin, Beyoncé en Adele zongen nummers die door Etta James bekend waren geworden.
Tony Bennett werd in 1926, in Queens, New York geboren als Anthony Dominick Benedetto. Al op jonge leeftijd trad hij op als zanger en had hij ambities om van zingen zijn beroep te maken. School, werk en de Tweede Wereldoorlog weerhielden hem er niet van deze ambitie te verwezenlijken. Die kans kreeg hij toen hij werd 'ontdekt' door Bob Hope, die hem ook adviseerde zijn naam te veranderen in Tony Bennett. In 1950 kreeg Bennett een platencontract en begin jaren vijftig waren er de eerste grote successen met diverse top 5-hits. Ondanks de populariteit van de rock-'n-roll slaagde hij erin dit succes te blijven behouden. Hij ontwikkelde zich tot een crooner in de stijl van zijn voornaamste concurrent Frank Sinatra en begon zich te interesseren voor de expressiemogelijkheden die de jazz bood.
Eind jaren zestig was er een kentering in de populariteit van Bennett en de platenverkoop daalde, maar toen eind jaren zeventig de waardering voor de traditionele 'standards' weer toenam, kwam Bennett weer volop in de belangstelling, ook van jongere generaties. Dat bewees hij met zijn succesvolle comebackalbum MTV Unplugged (1994), waarvoor hij de Grammy voor album van het jaar ontving. Bennett is een van de laatst overgeblevenen van de haast uitgestorven generatie van crooners die, gehuld in smoking en met orkest en pianist, de nummers uit het 'Great American Songbook' vertolken.