Op het hoogtepunt van de roem - in 1984 - besloot Sting om The Police in de wachtkamer te zetten. De vraag naar Stingliedjes was groter dan ooit. Zijn solocarrière ging dan ook voortvarend van start. Door zijn status als 'popgod' wist Sting de beste jazzmuzikanten aan zich te binden, voor een plaat (The Dream Of The Blue Turtles) die de terugkeer naar zijn vroege passie als jazzmuzikant betekende.
De pakkende popliedjes van Sting bleken ook in deze setting tot genietbare resultaten te leiden. Door zich wat al te nadrukkelijk op te werpen als wereldverbeteraar kreeg Sting echter een imagoprobleem, waardoor hij vooral in de Britse pers geen goed meer kon doen. Het publiek had daar geen boodschap aan en viel ook massaal voor zijn latere soloalbums. In de tweede helft van de jaren negentig en het nieuwe decennium is het opvallend rustig rond de man, die zich zowaar in 2007 liet verleiden tot een reünie met zijn oude bandmaatjes van The Police. Daarvoor had hij zich gewaagd aan klassieke liederen van de Engelse componist John Dowland (Songs From The Labyrinth).meer