Robert Johnson (Mississippi 1911) is één van de legendarische figuren uit de geschiedenis van de blues wiens levensverhaal langzaam maar zeker vergroeide met de folklore van het zuiden van de Verenigde Staten. Er is weinig bekend van het leven van Johnson en er zijn maar twee foto’s van de zanger / gitarist. In 1936 nam Johnson een aantal songs op. Een terugkerend thema in zijn teksten was zijn angst voor de duivel. Dat gaf des te meer reden voor speculaties rondom zijn mysterieuze dood op 27-jarige leeftijd. Tegenwoordig wordt aangenomen dat Johnson werd vergiftigd door de jaloerse echtgenoot van een minnares.
Niemand weet precies waarom Alex "Rice" Miller, een uiterst getalenteerd bluesharmonicaspeler uit Arkansas die Howlin’ Wolf nog harmonica leerde spelen, het nodig vond om zich de naam van Sonny Boy Williamson uit Tennessee toe te eigenen. Zeker is dat John Lee Williamson, de originele Sonny Boy, bezwaar aantekende maar tot een rechtszaak is het nooit gekomen. Na de gewelddadige dood van de eerste Sonny Boy in 1948 lag de weg voor Miller open om ook platen uit te brengen onder zijn oneigenlijke naam. Dat deed hij bij het beroemde label Chess en die platen waren uiterst succesvol. In de jaren zestig was hij regelmatig op de Britse podia te zien waar hij optrad met The Animals en The Yardbirds. Zijn opvliegende, agressieve karakter weerspiegelde zich in zijn stijl, waardoor hij eenvoudig te onderscheiden is van de meer zachtaardige Sonny Boy [I].
(bron: wikipedia)Lemon Henry Jefferson (Coutchman (Texas), 26 oktober 1894 – Chicago (Illinois), 19 december 1929) was een invloedrijke blueszanger en gitarist.
Jefferson werd blind geboren. Hij was de jongste van zeven kinderen. Zijn ouders waren dagloners in Coutchman, Texas.
Blind Lemon Jefferson nam ongeveer 100 nummers op tussen 1925 en 1929, en maakte 43 platen, allemaal - op een na - voor Paramount Records. Hij was een van de meest populaire blueszangers in de jaren '20 en volgens sommigen een van'... meer
Het unieke bluesgeluid van Son House (echte naam: Eddie James House Jr.) laat echo’s horen van zijn roerige leven. House werd in 1902 geboren in een gezin van baptisten. De intense zang van de zuidelijke gospelkoren klinkt door in zijn indringende stem. Ook de werkmans- en gevangenisliederen (House zat zelf twee jaar vast wegens doodslag) klinken door in zijn repertoire. In 1941 en 1942 werd de zanger opgenomen door Alan Lomax. Toen die opnames midden jaren zestig werden ontdekt door een nieuwe generatie blues- en folkliefhebbers, werd Son House alsnog, op 66-jarige leeftijd, op een voetstuk gehesen en bleef hij tot 1974 optreden. Son House overleed in 1988.
Het is aan John en Alan Lomax te danken dat we Lead Belly nu nog kennen. Vader en zoon Lomax waren onderzoekers die in de jaren dertig opnames van originele folkliedjes verzamelden. Tijdens hun zoektocht kwamen ze in een gevangenis terecht waar Huddy William Ledbetter gevangen zat. Het was niet de eerste keer dat Ledbetter in de gevangenis zat en ook niet de laatste keer. De muziek heeft hem meerdere keren gered. In 1917 werd hij veroordeeld voor poging tot moord. Hij vroeg in een zelfgeschreven lied om gratie bij de gouverneur. Die was daar gevoelig voor en verleende Lead Belly in 1925 gratie. Vijf jaar later zat hij echter alweer in de bak en in die periode, in 1934, kwamen vader en zoon Lomax met hun bandrecorder langs. Sommige van die opnames werden commercieel uitgegeven en dat leverde bescheiden succes op. Lead Belly kon, tussen zijn periodes van gevangenschap door, want de man blééf bezig, redelijk rondkomen als artiest, hoewel hij zeker geen grote bekendheid was. Dat kwam pas na zijn dood in 1949. Folkartiesten als Pete Seeger en Woody Guthrie zeggen flink te zijn beïnvloed door Lead Belly. Zijn bekendste liederen zijn Midnight Special, Goodnight Irene, House Of The Rising Sun en Black Betty.