(bron: wikipedia)Arnette Cleophus Cobb (Houston, 10 augustus 1918 – aldaar, 24 maart 1989) was een Amerikaanse jazz-tenorsaxofonist. Hij was een energieke tough saxofoonspeler in de swing-traditie.Cobb begon zijn muzikale carrière in de lokale bands van Chester Boone (1934-1936) en Milt...
meer
Trompettist Clark Terry (14 december 1920- 21 februari 2015) begon zijn professionele carrière begin jaren veertig in lokale bands in zijn geboortestad St. Louis. Na de Tweede Wereldoorlog kwam hij terecht in de band van Lionel Hampton. Van 1948 tot 1951 maakte hij deel uit van het orkest van Count Basie. Daarna stapte hij over naar de big bands van Duke Ellington (1951-1959) en Quincy Jones (1960). Terry had met zijn spelopvatting grote invloed op andere trompettisten, bijvoorbeeld Miles Davis. Ook was hij een pionier van de bugel (flügel horn) in de jazz. Terry was zowel thuis in de swing als de hardbop en stond bekend om zijn techniek en goede humor. In de jaren zestig werkte hij voor de Amerikaanse omroep NBC, waar hij regelmatig optrad in de band van de Tonight Show. Hij werd ook beroemd als scat-zanger en scoorde een hit met Mumbles, dat vervolgens ook zijn bijnaam zou blijven. Na zijn periode bij NBC ging Terry aan de slag als studiomuzikant en docent en leidde hij enkele eigen bands. Hij trad over de hele wereld op tijdens festivals, speelde in clubs en nam platen op, als leider en als sideman.
(bron: wikipedia)Paul Bley (Montreal, 10 november 1932) is een Canadese pianist. Zijn muziek is te omschrijven als freejazz.
Paul Bley begon met vioollessen in 1938, maar maakte al in 1940 de overstap naar de piano; in 1944 studeerde hij af aan het McGill Conservatorium. In 1946 had hij zijn eerste bandje; later leerde hij Oscar Peterson kennen, die hem verder introduceerde in de wereld van de jazz.
In 1950 vertrok Bley naar New York City, alwaar hij ging studeren aan het... meer
(bron: wikipedia)Walter 'Maynard' Ferguson (Verdun (Quebec), 4 mei 1928 - Ventura (Californië), 23 augustus 2006) was een Canadese jazztrompettist, solobugelist, ventieltrombonist en bandleider.
Ferguson studeerde als kind piano en viool. Op 9-jarige leeftijd begon hij op de trompet. Toentertijd speelde hij al in een kleine schoolband die optrad bij openbare schoolactiviteiten. De band werd onderwezen door Stan Wood (saxofonist), Roland David en Johnny Holmes. Fergusons oudere broer, Percy, speelde ook voor Holmes als baritonsaxofonist.
In 1943 studeerde hij aan de Communauté... meer
Toen altsaxofonist Cannonball Adderley zijn opwachting maakte in de New Yorkse jazz-scene in 1955 viel hij onmiddellijk op met zijn van blues doordrenkte toon en swingende timing. Enkele jaren later vroeg Miles Davis hem om zijn befaamde Quintet uit te breiden tot een sextet. Met deze groep nam hij het baanbrekende album Kind Of Blue op. In de jaren zestig, waarin vele jazzmuzikanten zochten naar nieuwe vormen, hield Adderley in een kwintet samen met zijn broer Nat, vol overtuiging vast aan de door gospel en blues beïnvloedde souljazz. Hits als Mercy, Mercy, Mercy (1967) brachten jazz dichter bij rockmuziek, zonder compromissen te sluiten.
Trompettist John Birks “Dizzy” Gillespie was een van de grondleggers van de bebop. Gillespie (1937, Cheraw, South Carolina) speelde trompet in bigbands van achtereenvolgens Teddy Hill en Cab Calloway. In nachtelijke jamsessies in Minton's Playhouse in New York overschreed hij samen met gelijkgestemden als saxofonist Charlie Parker, pianist Thelonious Monk en drummer Kenny Clarke de grenzen van de swing door te experimenteren met harmonische vernieuwingen, complexe thema’s, hoge tempo’s en verrassende ritmische accenten. Gillespie, tegelijkertijd de leidende theoreticus en grootste entertainer van de bebop, leidde eigen combo’s en een bebopbigband. Hij voegde meer en meer Afro-Cubaanse elementen toe aan de bebop en werd zo een wegbereider voor de latin jazz. Zijn karakteristieke verschijning met schuin omhoog gebogen trompet en enorm uitpuilende wangen deden haast vergeten dat hij een virtuoos trompettist was.