Trompettist John Birks “Dizzy” Gillespie was een van de grondleggers van de bebop. Gillespie (1937, Cheraw, South Carolina) speelde trompet in bigbands van achtereenvolgens Teddy Hill en Cab Calloway. In nachtelijke jamsessies in Minton's Playhouse in New York overschreed hij samen met gelijkgestemden als saxofonist Charlie Parker, pianist Thelonious Monk en drummer Kenny Clarke de grenzen van de swing door te experimenteren met harmonische vernieuwingen, complexe thema’s, hoge tempo’s en verrassende ritmische accenten. Gillespie, tegelijkertijd de leidende theoreticus en grootste entertainer van de bebop, leidde eigen combo’s en een bebopbigband. Hij voegde meer en meer Afro-Cubaanse elementen toe aan de bebop en werd zo een wegbereider voor de latin jazz. Zijn karakteristieke verschijning met schuin omhoog gebogen trompet en enorm uitpuilende wangen deden haast vergeten dat hij een virtuoos trompettist was.
“The incredibly lovely sound of Stan Getz”. Wel wat zelfingenomen om zoiets van jezelf te zeggen, maar Stan Getz had wel gelijk. Vrijwel geen enkele andere saxofonist kon zo’n lyrisch geluid halen uit zijn tenor. Met dat geluid en zijn vloeiende lijnen was Getz veel te horen op bossa nova-cd’s en zelfs enkele smooth fusion albums. Daardoor zou je haast vergeten dat hij een geweldig improvisator was in een stijl die het midden hield tussen cool jazz en hard bop. Getz (1927) maakte eind jaren veertig indruk als frontman van de Four Brothers, de beroemde saxofoonsectie van het orkest van Woody Herman. Daarna begon hij kleine groepen te leiden met onder meer Jimmy Raney en Horace Silver. Zijn grootste succes, commercieel gezien, scoorde hij in een Braziliaans getinte samenwerking met gitarist Charlie Byrd en de bossa nova-hits Desafinado en The Girl From Ipanema.
(bron: wikipedia)Boniface Ferdinand Leonard (Buddy) DeFranco (Camden (New Jersey), 17 februari 1923) is een Amerikaanse jazzklarinettist.
DeFranco had het moeilijk zijn carrière op gang te krijgen, omdat de big-bands van andere klarinettisten zoals Woody Herman, Artie Shaw en Benny Goodman sterk in populariteit daalden.
DeFranco was de enige die tot 1980 bekend bleef staan als een groot jazz-artiest die alleen klarinet speelde. Men noemt hem ook de enige Be-Bop jazz-klarinettist. In 1950 ging hij spelen bij The Count Basie Septet en... meer
Door geniale virtuositeit te combineren met pure emotie op de altsaxofoon, had Charlie Parker in zijn tijd maar weinig concurrenten. En na hem zou het nooit meer hetzelfde zijn. Als één van de uitvinders van de bebop (samen met Dizzy Gillespie, Bud Powell en anderen), introduceerde Charlie ‘Bird’ Parker nieuwe mogelijkheden voor expressie, één die een indrukwekkende techniek koppelde aan gedegen muzikale kennis en vooral: het vermogen om complexe ideeën simpel, oprecht en onweerstaanbaar uit te voeren. Parker overleed op 34-jarige leeftijd en liet een erfenis na die velen trachtten te evenaren maar door niemand werd overtroffen.
Toen altsaxofonist Cannonball Adderley zijn opwachting maakte in de New Yorkse jazz-scene in 1955 viel hij onmiddellijk op met zijn van blues doordrenkte toon en swingende timing. Enkele jaren later vroeg Miles Davis hem om zijn befaamde Quintet uit te breiden tot een sextet. Met deze groep nam hij het baanbrekende album Kind Of Blue op. In de jaren zestig, waarin vele jazzmuzikanten zochten naar nieuwe vormen, hield Adderley in een kwintet samen met zijn broer Nat, vol overtuiging vast aan de door gospel en blues beïnvloedde souljazz. Hits als Mercy, Mercy, Mercy (1967) brachten jazz dichter bij rockmuziek, zonder compromissen te sluiten.
Begaafd saxofonist, excellent trompettist, bejubeld componist en arrangeur, klarinettist en zanger: Benny Carter (1907-2003) was van vele markten thuis. Deze coryfee van het swing-tijdperk werkte als bandleider en arrangeur in New York voordat hij in 1936 naar Londen vertrok om te gaan arrangeren voor het BBC Dance Orchestra. Enkele jaren later keerde hij terug naar de VS om een eigen big band te leiden en zich vervolgens in Hollywood te vestigen als componist van filmscores en tv-thema’s. Daarnaast bleef hij schrijven voor zangers en bands, met onder meer Count Basie als gretig afnemer. Tot op hoge leeftijd bleef Carter actief als saxofonist. Zijn heldere en vibratoloze sound is op vele albums te horen.