De Amerikaanse zanger Solomon Burke is een ware soullegende. Zijn pioniersrol in de soulmuziek is moeilijk te overschatten. Daarnaast was Burke, als begrafenisondernemer, predikant van een eigen kerk en met zijn opvallende podiumverschijning ook nog eens een bijzonder interessant figuur. Sinds een radiodeejay hem kroonde tot King Of Rock & Soul, trad Burke steevast op in een mantel met een kroon op. Toen hij te zwaarlijvig werd om nog staande op te treden, liet hij een troon op het podium installeren. Zijn carrière gaat terug tot het begin van de jaren zestig, toen Burke legendarische opnamen maakte voor het Atlantic-label. Als eerste zwarte artiest waagde hij zich toen aan countryrepertoire. Dat deed hij zo overtuigend dat hij na het scoren van een countryhit geboekt werd door de Ku Klux Klan. Op het podium vocht hij amusante verbale vetes uit met die andere soulzanger met koninklijke aspiraties: James Brown. Vanaf de jaren zeventig werd de zanger steeds minder succesvol en werden eerdergenoemde nevenactiviteiten steeds belangrijker. In 2002 bracht hij zijn comebackalbum Don't Give Up On Me uit. Deze cd, waarop hij liedjes zong die voor hem werden geschreven door onder anderen Elvis Costello, Tom Waits en Brian Wilson, werd erg goed ontvangen door zowel pers als publiek en bracht Solomon Burke weer volop in de belangstelling. Vlak voor een concert met De Dijk, waarmee hij een album opnam, kwam Burke te overlijden. Hij werd 70 jaar.
Rock-‘n-roll mag dan het stigma van rebelse tienermuziek hebben, veel van die vroege rockers waren keurige jongens. Don en Phil Everly leerden het vak van countryzanger van hun vader, alvorens met zijn tweeën hun geluk te beproeven in de opkomende rock-‘n-roll. De feilloze samenklank van hun bloedverwante stemmen bracht een element uit de familietraditie van de countrymuziek in de rock-'n-roll. Het resultaat was muziek die generatiekloven wist te overbruggen; het duo wist een ongelofelijke reeks hits op zijn naam te schrijven. Hun invloed is terug te vinden in iedere popband met harmonieuze samenzang, van The Beatles tot en met Simon & Garfunkel. Door persoonlijke problemen groeiden de broers echter uit elkaar en na een knetterende ruzie op het podium in 1973 maakten de twee jarenlang geen platen meer. De comeback in 1984, met een nieuwe tophit van de hand van hun fan Paul McCartney, On The Wings Of A Nightingale, duurde maar even, al snel werd de hernieuwde muzikale samenwerking weer stopgezet. Maar toen was hun plek in de muziekhistorie al lang en breed veiliggesteld. Phil Everly overleed op 3 januari 2014 op 74-jarige leeftijd.
Lee Hazlewood was in de eerste plaats liedjesschrijver en producer. Op latere leeftijd werd hij bij een groter publiek bekend als zanger met een indringend lage stem. Hazlewood (Oklahoma 1929) werkte voor Duane Eddy, Gram Parsons en Nancy Sinatra. Met laatst genoemde nam hij ook een aantal bekende duetten op zoals Sundown en Some Velvet Morning. Zijn soloplaten zijn een fascinerende mix van orkestrale pop en psychedelische country, die hun tijd ver vooruit bleken te zijn, maar door Lee’s tijdgenoten niet altijd op waarde werden geschat. Mede om die reden woonde de zanger aan het begin van de jaren zeventig een tijd in Zweden. Vlak voor zijn dood in 2007 kreeg Hazlewood toch nog de verdiende lof toegezwaaid en bracht hij het sterke album Cake & Death uit.
Joe Cocker was niet alleen de schepper van ‘de meest huiveringwekkende schreeuw uit de popmuziek’ - in zijn bewerking van de Beatles' ’With A Little Help From My Friends - maar ook een uitstekend vertolker van rock met een soulvol randje. Na zijn doorbraak op het Woodstock Festival (1969) proefde Cocker een paar jaar van het succes. Na enkele jaren uit beeld te zijn verdwenen, dook de zanger in de jaren tachtig weer op met de verrassend soft klinkende rockhits als Up Where We Belong en You Are So Beautiful.
(bron: wikipedia)Judith Marjorie Collins (Seattle, 1 mei 1939) is een Amerikaanse singer-songwriter.
Zij is begonnen als folk-artiest in de jaren zestig, maar ging in de jaren zeventig over op het meer populaire MOR-genre ("middle of the road", gangbare melodieuze popmuziek met eventueel orkestbegeleiding). Ze zong vooral covers en had ook enkele successen in België en Nederland, onder andere met Joni Mitchells Both sides now (1967) en Stephen Sondheims "Send in the clowns" (1975, afkomstig van haar album Judith). In 1970 had... meer