In de late jaren tachtig legde Public Enemy verbanden tussen politiek, soulmuziek, hardrock, marketing, turntablism en rap. Zo maakte ze van hiphop een wereldwijde, grootstedelijke jeugdbeweging. Public Enemy’s vooruitstrevende albums kunnen beschouwd worden als avant-garde kunstwerken, waarvan de onvergelijkbare samplebronnen samensmolten tot een glorieus chaotisch mozaïek van polyfonie en Afro-Amerikaanse onrust. Aangestuurd door de politieke furie van Chuck D, verlevendigd door de capriolen van Flavor Flav, en in het controversiële getrokken door Professor Griffs etnocentriciteiten, beïnvloedde Public Enemy praktisch iedere rapper die volgde in hun kielzog.
De opmars van The Prodigy is niet los te zien van die van de Britse rave scene, die sinds de jaren tachtig massa’s jongeren de dansvloer op dreef. Onder de muzikale leiding van Liam Howlett wist The Prodigy de vette beats van techno te combineren met onverwachte samples, die uit dub, sixties beat en zelfs kindermuziek kwamen. In tegenstelling tot de meeste dance acts had The Prodigy een opwindende live act, met punk Keith Flint en mc Maxim Reality als blikvangers. In 1996 kwam het album The Fat Of The Land uit, met opwindende hitsingles als Firestarter en het controversiële Smack My Bitch Up. Dat jaar behoorde The Prodigy tot de grootste bands ter wereld, met een miljoenenverkoop aan albums. Met het inzakken van de populariteit van de breakbeat ging het ook neerwaarts met de carrière van The Prodigy, dat in het nieuwe millennium geen grote hits meer wist te scoren.
Wu-Tang Clan is waarschijnlijk de belangrijkste rapgroep uit de jaren negentig. Het debuutalbum Enter The Wu-Tang (36 Chambers) (1993) van het uit negen leden bestaande New Yorkse collectief was baanbrekend en zeer invloedrijk, en sindsdien zijn de Clan en de individuele leden niet meer weg te denken. Minstens zo belangrijk als de teksten en de vocale kwaliteiten van de mc's was de productie van RZA, wiens kenmerkende stijl in grote mate het geluid van de groep bepaalde. Na Enter The Wu-Tang werd de aandacht gericht op de solocarrières van verschillende leden, waarvan vooral Method Man, Raekwon, Ghostface Killah, GZA en Ol'Dirty Bastard succesvol waren - allen met door RZA geproduceerde cd's. Het tweede Clan-album Wu-Tang Forever verscheen in 1997. Tevens bleven de zijprojecten doorgaan, met solocarrières, een kledinglijn, soundtracks en aan de Clan gelieerde projecten als Killarmy en Wu-Tang Killa Bees. Daarnaast kwam Ol' Dirty Bastard meer dan eens in het nieuws vanwege diverse aanvaringen met de Amerikaanse justitie. Op het derde album The W (2000) was hij dan ook maar één keer te horen. De populariteit van de groep is dan door 'over-exposure' en kwalitatief minder sterk materiaal inmiddels wel gedaald, maar de Clan komt sterk terug met Iron Flag (2001). Een speciale vermelding tenslotte voor het Nederlandse Wu-Tang protégee Cilvaringz, student aan de Tilburgse Rock Academie, die samen met RZA werkt aan soloalbum. (IV)