(bron: wikipedia)Ron Carter (Ferndale, 4 mei 1937) is een Amerikaans contrabassist.Na het voltooien van de middelbare school won Carter een beurs voor het prestigieuze Eastman School of Music in Rochester, New York, waar hij in 1959 een bachelor in muziek...
meer
Toetsenist Herbie Hancock werd op 10 april 1940 geboren in Chicago. In zijn grillige carrière verkende hij vele stijlen, waaronder elektrische en akoestische jazz, blues, gospel, funk en zelfs moderne klassieke muziek. Als een van de eerste jazzmusici wist hij optimaal te profiteren van technologische ontwikkelingen. Zo experimenteerde hij al vroeg met revolutionaire instrumenten als de Fender Rhodes, de Hohner-clavinet en de eerste synthesizers. In de loop van zijn carrière speelde Hancock met ontelbare grote namen van de jazz, zoals Donald Byrd, Miles Davis, George Benson, Wynton Marsalis en Michael Brecker. Ondanks een eenmalig hitparadesucces in 1983 - met de eerste electric boogie-single Rockit - is Hancock altijd een ongrijpbaar artiest gebleven, die zich zowel met pop, jazz als wereldmuziek bezighoudt.
“The incredibly lovely sound of Stan Getz”. Wel wat zelfingenomen om zoiets van jezelf te zeggen, maar Stan Getz had wel gelijk. Vrijwel geen enkele andere saxofonist kon zo’n lyrisch geluid halen uit zijn tenor. Met dat geluid en zijn vloeiende lijnen was Getz veel te horen op bossa nova-cd’s en zelfs enkele smooth fusion albums. Daardoor zou je haast vergeten dat hij een geweldig improvisator was in een stijl die het midden hield tussen cool jazz en hard bop. Getz (1927) maakte eind jaren veertig indruk als frontman van de Four Brothers, de beroemde saxofoonsectie van het orkest van Woody Herman. Daarna begon hij kleine groepen te leiden met onder meer Jimmy Raney en Horace Silver. Zijn grootste succes, commercieel gezien, scoorde hij in een Braziliaans getinte samenwerking met gitarist Charlie Byrd en de bossa nova-hits Desafinado en The Girl From Ipanema.
Tony Bennett werd in 1926, in Queens, New York geboren als Anthony Dominick Benedetto. Al op jonge leeftijd trad hij op als zanger en had hij ambities om van zingen zijn beroep te maken. School, werk en de Tweede Wereldoorlog weerhielden hem er niet van deze ambitie te verwezenlijken. Die kans kreeg hij toen hij werd 'ontdekt' door Bob Hope, die hem ook adviseerde zijn naam te veranderen in Tony Bennett. In 1950 kreeg Bennett een platencontract en begin jaren vijftig waren er de eerste grote successen met diverse top 5-hits. Ondanks de populariteit van de rock-'n-roll slaagde hij erin dit succes te blijven behouden. Hij ontwikkelde zich tot een crooner in de stijl van zijn voornaamste concurrent Frank Sinatra en begon zich te interesseren voor de expressiemogelijkheden die de jazz bood.
Eind jaren zestig was er een kentering in de populariteit van Bennett en de platenverkoop daalde, maar toen eind jaren zeventig de waardering voor de traditionele 'standards' weer toenam, kwam Bennett weer volop in de belangstelling, ook van jongere generaties. Dat bewees hij met zijn succesvolle comebackalbum MTV Unplugged (1994), waarvoor hij de Grammy voor album van het jaar ontving. Bennett is een van de laatst overgeblevenen van de haast uitgestorven generatie van crooners die, gehuld in smoking en met orkest en pianist, de nummers uit het 'Great American Songbook' vertolken.