Schuberts Symfonieën vormen een aangenaam onevenwichtige reeks, van aandoenlijke jeugdwerken en knappe Haydn & Mozart imitaties tot de aangrijpende Onvoltooide en de monumentale 'Die Grosse'. Bij iedere integrale cyclus is het dan ook spannend om te zien hoeveel een dirigent van dit alles weet te vangen. Deze cyclus van Jos van Immerseel opent al heel fraai met een doorleefde uitvoering van de
… Onvoltooide Symfonie, althans wat het openingsdeel betreft. Dat doorleefde is er namelijk een beetje af in het tweede (tevens laatste) deel. Dit tweede deel wordt zo strak in de maat gespeeld, dat het lijkt alsof er een metronoom in plaats van een dirigent voor het orkest staat. Dat prozaïsche hoor je wel vaker in deze cyclus, zo ook in het lieflijke Andante van de Vijfde. Daar staat tegenover dat die strakke puls wel heel goed werkt in de Symfonie in C (Die Grosse). Juist hierdoor krijgt de muziek iets manisch en bezetens. (HJ)meer