Hoewel veel popmuziek betiteld kan worden als dansmuziek, heeft dance als genre specifiek betrekking op grotendeels elektronische muziek die speciaal bedoeld is om de dansvloer vol te krijgen en die zich richt op de bijbehorende clubcultuur. Die cultuur ontstond in de discotheken van de jaren zestig en kreeg in het daaropvolgende decennium een eigen soundtrack met de komst van de discomuziek. Als genre-aanduiding werd de term dance pas gemeengoed in de jaren tachtig, toen house zijn intrede deed. In de jaren negentig was dance synoniem met eurodance, de elektronische top-40 muziek die te poppy was om door te gaan voor house. Eurodance-artiesten als 2 Unlimited, Haddaway en Snap goten invloeden uit rap en house in een goed verkopend popjasje.
Caribische dansmuziek, ontstaan op de Franse Antillen. Hoewel diep geworteld in Caribische en specifiek Antilliaanse muziektradities, is zouk een vrij jong genre. In de jaren tachtig kwam deze muziek op in de Franse Antillen Martinique en Guadeloupe en parallel daaraan in Parijs. Talrijke stijlen hebben de zouk gemaakt tot wat hij is, maar vooral de Haïtiaanse dansmuziek kompa en de daaruit voortvloeiende cadance hebben een grote rol gespeeld in het ontstaan ervan. De band Kassav, die carnavalsmuziek in een modern jasje stak, veroorzaakte halverwege de jaren tachtig een zoukrage, die zich niet beperkte tot de Franstalige landen. Hoewel Kassav een feest is om live te zien, wordt de meeste zouk in de studio gemaakt. Drumcomputers en keyboards voeren de boventoon. In Kaapverdië ontstond een langzamere vorm, die zouk love genoemd werd. Nederlands-Kaapverdische artiesten als Susana Lubrano en Gil Semedo zijn hier door beïnvloed.