Westminster Abbey is niet alleen de plek waar de Britse vorsten werden gekroond, het is ook de plek waar Engelands grootste cultuurdragers werden bijgezet. Waaronder Henry Purcell, aan wiens laatste rustplaats zelfs een dubbele betekenis kan worden toegekend. De locatie paste niet alleen bij zijn status als componist, maar het was tevens de ruimte waar hij werkte gedurende de regeerperiodes van Charles II en William & Mary. Van Purcells meest geliefde werk, de opera Dido and Aeneas, kent vrijwel iedereen de aangrijpende slotaria: ‘Remember me, but ah! forget my fate.’ Abstracter, maar niet minder indringend, zijn de briljante Fantasia’s (voor gamba’s) die Purcell aan het begin van de jaren 1680 componeerde: kleine, maar bij vlagen gedurfde experimentjes, die hij vaak tot op de dag nauwkeurig dateerde. Toch ontwikkelde Purcell zich vooral als vocaal componist, met talloze odes, ‘welcome songs’, motetten (anthems), liederen voor huiselijk gebruik (zowel religieus als werelds, zowel één- als meerstemmig) en toneelmuziek. (HJ)
Menigeen glipt 's ochtends vroeg zijn bed uit om voor school of werk nog even iets van het Wohltemperierte Klavier te oefenen of een stukje cantate te beluisteren: iedere dag Bach! Vanaf 1723 was hij cantor van de Thomasschule in Leipzig, waarbij hij verantwoordelijkheid droeg voor de muziek in de vier belangrijkste kerken. Deze post was niet alleen muzikaal, maar ook organisatorisch zwaar: zijn meesterlijke Johannes- en
Matthäus-Passion en de vele cantates vroegen niet alleen om muzikale inventiviteit, maar ook om organisatorisch inzicht en een nauwgezette planning. Zijn ervaringen als organist, orkestmusicus en orkestleider in Arnstadt, Mühlhausen, Weimar en Köthen zullen hem hier goed van pas zijn gekomen. De Brandenburgse Concerten, de
Passacaglia in c, de
Toccata en fuga in d en het eerste boek van Das Wohltemperierte Klavier stammen uit Bachs tijd als organist en hofmusicus. Tot de vruchten van zijn Leipziger tijd behoren de Goldbergvariaties, de Hohe Messe, Das musikalisches Opfer en
Die Kunst der Fuge. (HJ)
César Franck was tegelijkertijd een wonderkind en een laatbloeier. Zijn ouders zagen al snel zijn enorme talent, maar hadden vooral interesse in het geld en de roem die zij hiermee zouden verwerven… Zijn ouders bleven hem dan ook vooral zien als pianovirtuoos, waardoor het componeren op de tweede plaats kwam. Helaas ging het met zijn virtuosendom minder florissant dan zijn ouders hadden gehoopt, en ging hij zijn geld meer en meer verdienen als docent en organist. Componeren bleef op de achtergrond, maar intussen kreeg hij wel prominente leerlingen als Henri Duparc. Tegen wil en dank ontstond er zelfs een soort ‘Franck-school’ van leerlingen, die hem liefkozend hun ‘Pater seraphicus’ noemden. Pas tegen zijn vijftigste begon Franck als componist enige bekendheid te krijgen, en vanaf zijn 52e begon eindelijk een vruchtbare en productieve periode als componist, die tot aan zijn dood (op zijn 68e) duurde. Franck is vooral beroemd geworden met zijn instrumentale muziek, met als hoogtepunt de populaire vioolsonate in A. Daarnaast werd zijn kleine verzameling orgelwerken bijzonder invloedrijk. (TC)
In het behoudende genre van de musical werd de jonge Brit Andrew Lloyd Webber eind jaren zestig beschouwd als een ware rebel. Amerikaanse componisten lieten het wel uit hun hoofd hun musicals te baseren op Bijbelse verhalen en ze bovendien nog eens te voorzien van rock ’n roll invloeden. Webber deed het samen met zijn tekstschrijver Tim Rice tot tweemaal toe: eerst Joseph & The Amazing Technicolor Dreamcoat (1968) en vervolgens (zijn grote doorbraak) Jesus Christ Superstar (1971). Beide projecten waren bedoeld als plaat en werden pas later als musical uitgevoerd. Zijn loopbaan leverde (met en zonder Rice) nog vele succesvolle musicals op, waarvan Evita (1978), Cats (1981) en The Phantom Of The Opera (1986) de bekendste zijn. In 2006 introduceerde Lloyd Webber het baanbrekende concept waarbij in een televisieprogramma de hoofdrolspeler voor een musical werden gezocht. Dat idee vond ook in Nederland weerklank waar achtereenvolgens op zoek gegaan werd naar Evita en Joseph.