Net als Leoninus is Perotinus één van de eerste componisten van meerstemmige kerkmuziek. Hij is de auteur van enkele van de bekendste polyfone werken uit de 13e eeuw, met name de vierstemmige stukken 'Viderunt omnes' en 'Sederunt principes'. Dit zijn mijlpalen in de westerse muziekgeschiedenis, omdat hier voor het eerst meer dan twee stemmen worden gecombineerd. Ook zijn het werken op een tot dan toe ongehoorde schaal, een moderne uitvoering duurt al snel ruim tien minuten. En het is ook voor moderne oren nog steeds spannend om naar deze werken te luisteren. (TC)
Wagner mag dan wel beroemd zijn geworden met zijn zogenaamde ‘Tristan-akkoord’, Francesco Landini heeft het voor elkaar gekregen dat zijn eigen achternaam een naam voor een enkele cadens (de wending naar het slotakkoord van een stuk) werd: de ‘Landini-cadens’. Als je een willekeurig stuk van Landini tot het einde toe beluistert weet je meteen hoe zo’n cadens klinkt. De naam van deze cadens is handige reclame voor Landini zelf, en dat is maar goed ook: voor de liefhebber is zijn muziek zeer de moeite waard. Ergens tussen 1320 en 1340 geboren, werd Landini in zijn jeugd blind, maar dat weerhield hem niet van een actief muziekleven in Noord-Italië. Hij componeerde ruim 150 werken, vaak op zelf geschreven teksten, zong en speelde orgel, en was ook instrumentenbouwer en –stemmer. Landini’s composities zijn bijna allemaal wereldlijke liederen in diverse genres, soorten en stijlen, van eenvoudige dansliedjes tot kunstig gestructureerde werken. (TC)
Ockeghem en Dufay mogen dan wel de bekendste componisten van hun tijd zijn, het lijkt erop dat zij allebei bijzonder opkeken tegen Binchois (dit was zijn artiestennaam; zijn echte naam was ‘Gilles de Bins’). Beide componisten schreven indrukwekkende lamentaties voor Binchois - Ockeghem met ‘Mort tu as navré’, Dufay met ‘En triumphant de cruel dueil’. Dat Binchois tegenwoordig minder bekend is dan zij komt zowel door zijn bescheidenheid als door enige pech in de historische overlevering van zijn werk: er is relatief weinig muziek zeker aan hem toe te schrijven. Aan het eind van de twintiger jaren begon Binchois aan de Bourgondische hofkapel te werken, een traditioneel ingesteld bolwerk. Voor dit hof schreef hij dan ook wat men graag zag: sobere en sterk gestileerde chansons en religieuze muziek. Zijn chansons werden door collega-componisten blijkbaar zeer bewonderd, want vele melodieën van Binchois werden door hen gebruikt als basis voor nieuwe composities. In zijn muziek is Binchois vrij ingetogen, en ook wat structuur betreft minder ambitieus en avontuurlijk dan Ockeghem en Dufay. Met zijn onvergetelijke melodieën wist hij echter grote indruk te maken. (TC)
Over het leven en werken van John Dunstable is niet zo veel bekend. Alleen de datum van zijn overlijden is duidelijk beschreven: 1453. Zijn invloed op het muziekleven buiten zijn geboorteland Engeland is groot geweest. De naam Dunstable, ook wel geschreven als Dunstaple, wordt genoemd door de Franse dichter Martin le Franc en de muziektheoreticus Tinctoris. De muziek van componist Guillaume Dufay vertoont veel overeenkomsten met die van Dunstable. Zoals veel van zijn tijdgenoten schreef Dunstable vooral geestelijke werken. Hoewel veel 15e eeuwse werken anoniem zijn gebleven, gaan de onderzoekers er van uit dat hij veel populaire Engelse Carols heeft nagelaten. (LW)
Velen kennen Heinrich Isaac vooral van zijn twee beroemde zettingen van ‘Innsbruck, ich muss dich lassen’. Isaac is echter de auteur van een enorm oeuvre, waarmee hij al snel faam verwierf. Isaac werd in Vlaanderen geboren en had een goede opleiding, ondanks het feit dat hij geen kerkelijke carrière opbouwde (ongebruikelijk voor iemand van zijn statuur!). Hij was getrouwd maar bleef waarschijnlijk zijn levenlang kinderloos. Isaacs loopbaan liep uitermate voorspoedig, bij twee van de belangrijkste werkgevers van zijn tijd: na een positie rond de legendarische Italiaanse Medici-familie werd hij hofcomponist bij koning Maximiliaan I. Heinrich Isaac is vooral invloedrijk gebleken door zijn miscomposities. Hij schreef maar liefst 36 missen, velen ervan gebaseerd op traditionele gregoriaanse melodieën. Daarnaast wilde hij met zijn monumentale ‘Choralis Constantinus’ voor alle zondagen van het jaar misgezangen schrijven, maar helaas bleef het project onvoltooid. Isaac schreef verder nog vele motetten en liederen, waarmee duidelijk wordt hoe ongelofelijk productief en veelzijdig hij was. Deze creatieve energie en werklust blijkt ook uit een opmerking van een potentiële werkgever, die zei dat Isaac componeerde als hem dat gevraagd werd en niet slechts als hij dat zelf wilde, zoals Josquin... (TC)
Guillaume de Machaut is één van de eerste componisten die zich bewust was van zijn eigen belang in de muziekgeschiedenis: aan het einde van zijn leven verzamelde hij zijn complete werk in een groot boek. Netjes geordend bevat dit bewaard gebleven handschrift naast al zijn composities ook 15 lange verhalende gedichten en ruim 250 lyrische gedichten. Machaut was niet alleen veelzijdig, maar ook uniek omdat hij commentaren bij zijn eigen werk schreef. Het bekendst is wel zijn ‘Messe de Nostre Dame’, de eerste mis die als één geheel is gecomponeerd. Verder heeft Machaut vooral wereldlijke muziek geschreven, in alle genres die toen gebruikelijk waren, zoals het chanson en de virelai. Zijn veelzijdigheid zorgde ervoor dat hij zich in zijn eigen tijd al een grote faam had verworven. Deze faam heeft zich voortgezet tot in onze tijd: Machaut wordt nog steeds gezien als een van de belangrijkste componisten in de Westerse muziekgeschiedenis. En als je zijn muziek beluistert is dat ook wel begrijpelijk. Een goed begin is de genoemde mis, en de motetten. (TC)