Gustav Holst is een componist die niemand lijkt te kennen, al kent iedereen The Planets. Dit gebrek aan relatieve roem is een raadsel, want de kwaliteit van Holsts koor- en orkestmuziek (inclusief een aantal schitterende werken voor harmonieorkest)is meestal hoog. Misschien komt het mede door Holsts afkeer van publiek vertoon. Zo legde hij zich na het succes van The Planets toe op meer introverte onderwerpen, waaronder de prachtige Hymn of Jesus uit 1917. Dit is typisch een werk waarvan jeje bij kennismaking afvraagt waarom het niet algemeen bekend is (al schijnt het werk destijds wel succes te hebben gehad). Er is echter ook iets aan de hand met de continuïteit van Holsts ontwikkeling als componist, alsof technische uitdagingen hemmeer prikkelden dan een consistente stijl. Grove Music Online haalt in dit verband een intrigerende uitspraak van Holsts dochter Imogen aan: ‘As soon as he had made his point, he stopped’. (HJ)
In zijn jonge jaren gold Herbert Howells als een grote belofte; eigenlijk had hij net zo’n klinkende naam moeten worden als Holst of Vaughan Williams. Persoonlijke omstandigheden (waaronder de dood van zijn zoontje Michael) droegen er echter aan bij dat hij die verwachtingen niet waarmaakte, zo oordeelden althans zijn tijdgenoten. En toch is Howells klassiek geworden, zij het postuum. Vanaf het eind van de jaren veertig wist hij zich namelijk toch nog te onderscheiden op het terrein van de Anglicaansekerkmuziek. De titels van deze canticles en anthems verraden vaak de specifieke kathedralen en koren waarvoor ze zijn geschreven. (HJ)
Benjamin Britten geldt als de belangrijkst Britse componist uit de tweede helft van de vorige eeuw. Opmerkelijk genoeg legde hij zich toe op de opera, een genre dat, in zijn actuele vorm althans, op sterven na dood was halverwege de vorige eeuw. Brittens bijdragen echter – o.a. Peter Grimes, The Rape of Lucretia, Gloriana, The Turn of The Screw, Death in Venice – wisten repertoire te houden tot op de dag van vandaag. In veel deze producties was een hoofdrol weggelegd voor Brittens artistieke partner en levensgezel Peter Pears. Voor deze tenor schreef Britten tevens prachtige liederen, waaronder de Serenade voor tenor, hoorn en strijkorkest. Ook op andere terreinen is het niveau van Brittens muziek hoog. Hij was nog geen twintig jaar oud toen hij de briljante Phantasy voor hobokwartet schreef. Vriendschap met de legendarische cellist Rostropovich leidde in de jaren ’60 tot een Cellosonate, drie Suites voor cello solo en een Symfonie voor cello en orkest. Master of the Queen's Music is Britten nooit geworden, hoewel hij beslist voeling had met publieke sentimenten. Zo onderwees deze pacifist zijn volk in de wereldvrede middels het War Requiem uit 1962. Britten was een uitstekend interpreet van eigen werk, net als Bartók en Stravinski. Veel van zijn opnamen zijn wel geëvenaard, maar nooit echt overtroffen. (HJ)
(bron: wikipedia)Peter Warlock, pseudoniem van Philip Arnold Heseltine (Londen, 10 oktober 1894 – aldaar, 17 december 1930) was een Engels musicoloog en componist.
Hoewel Philip Heseltine in Londen werd geboren, bracht hij een groot deel van zijn jeugd door in Wales. Nadat hij op jonge leeftijd zijn vader verloor, hertrouwde zijn moeder met een Welshman, Walter Buckley jones. Het gezin vestigde zich in Abermule, bij Newtown, Montgomeryshire.
Hij kreeg een gegoede Britse opvoeding, met studies aan Eton College, Christ Church, Oxford... meer
Malcolm Arnold componeerde talloze symfonieën, balletten en concerten, maar werd met name beroemd dankzij de fluitende krijgsgevangenen van The Bridge on the River Kwai. Arnolds arrangement ging terug op een patriottistische mars uit WO I. Het Britse bioscooppubliek associeerde het deuntje echter vooral met het scabreuze 'Hitler has only got one ball'. Vulgair of niet: de componist hield er in 1958 een Oscar aan over.
(bron: wikipedia)John Rutter (Londen, 24 september 1945) is een Engels componist, organist en koordirigent. Hij schrijft hoofdzakelijk composities voor koren.
Hij ging in Londen samen met de componist John Tavener naar de Highgate School. Nadien ging hij muziek studeren aan Clare College, Cambridge. Aldaar dirigeerde hij van 1975 tot 1979 het collegekoor en was in die functie ook organist. In 1981 richtte hij de Cambridge Singers op, dat hij spoedig tot een van Engelands beste kamerkoren maakte. Rutter is verder bekend... meer
(bron: wikipedia)David Valentine Willcocks, CBE, MC, (Newquay, 30 december 1919 – 17 september 2015) was een Engelse organist, componist en koordirigent.
Hij studeerde aan het Royal College of Music in Londen en aan King's College in Cambridge, waar hij de graad van organist behaalde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hij in het Britse leger. Na de oorlog werd hij organist in de kathedraal van Salisbury. Vervolgens dirigeerde hij het koor van de kathedraal van Worcester, en in 1957 werd hij benoemd... meer