André van Duin (Rotterdam, 1947) behoort tot de grootste komieken uit de Nederlandse geschiedenis. De televisie bleek het medium bij uitstek om zijn typetjes (Willempie, Flip Fluitketel, Joep Meloen, Jaap Aap, meneer Wijdbeens) bij een groot publiek bekend te maken. Al dan niet als typetje wist Van Duin, meestal tijdens carnavalstijd, menige hit te scoren. Veel van zijn liedjes waren persiflages op bekende nummers. Daarnaast zingt Van Duin af en toe ook serieuze luisterliedjes. In totaal wist hij meer dan veertig keer een top 40-hit te scoren.
Willeke Alberti (Amsterdam, 1945) werd geboren in een muzikale familie. Haar vader Willy Alberti was in de jaren vijftig erg succesvol als levensliedzanger. Op eigen kracht wist Willeke in de vroege jaren zestig haar eerste hits te scoren met Nederlandstalige luisterliedjes. Ook nam ze enkele duetten op met haar vader. Vanaf 1970 was de zangeres vaker op tv te zien als actrice. In de jaren tachtig verdween Alberti wat uit de schijnwerpers tot ze in 1987 weer een hit scoorde met Samen. In de jaren negentig groeide Alberti uit tot een ware grande dame van het Nederlandse lied. Ze nam duetten op met Paul de Leeuw, scoorde een grote hit met ‘Ome Jan’, toerde intensief langs de Nederlandse theaters en zette zich in voor een reeks goede doelen. Alberti is een van de meest veelzijdige artiesten van Nederland met een opvallend lange adem.
Zangeres / actrice die opgroeide in ‘het vak’, want haar moeder én grootmoeder waren beiden ook zangeres. Op haar achttiende begon ze in het ABC-Cabaret van Wim Kan en Corry Vonk. Arean speelde mee in diverse musicals en televisieseries en scoorde in 1977 een grote hit met het pessimistische Vluchten Kan Niet Meer, een duet met Frans Halsema. In 1993 wint ze een Gouden Harp en een jaar later ook een Edison. In latere jaren speelt ze in de musicals Chicago (1999) en Foxtrot (2001) en de populaire tv-serie ’t Schaap Met De Vijf Pooten.
Eén van de meest succesvolle popgroepen van de jaren tachtig. Hun grote hits België, Eenvoud, Vriendschap, Alles Geprobeerd en Alles Kan Een Mens Gelukkig Maken staan in het collectieve geheugen van de Nederlanders gebeiteld. De groep wordt in 1979 opgericht in Utrecht door multi-instrumentalist Henk Temming, die al snel zijn vriend en tekstschrijver Henk Westbroek bij de groep haalt. Naast het scoren van twaalf top-40 hits, behoort de winst van de Zilveren Harp (1983) tot de hoogtepunten. In 1991 valt de groep uit elkaar en Westbroek richt zich op zijn werk als radiopresentator, politicus (voor Leefbaar Utrecht) en een solocarrière. Temming is succesvol als producer. In 2001 is er een reünieconcert onder het motto ‘Al tien jaar gelukkig uit elkaar’. De samenwerking krijgt een vervolg in de albums Gekkenwerk (2008) en Liefdewerk (2011).
Met het album Vroeger Of Later (1974) vestigde Robert Long zijn naam als zanger van zelfgeschreven liedjes met prikkelende teksten. Zo was Long de eerste Nederlander die de homoliefde bezong en schopte hij tegen heilige huisjes als de kerk, de paus en de Evangelische Omroep. Long (echte naam: Bob Leverman, zijn artiestennaam dankt hij aan zijn lengte, 1,92 m) was in eerste instantie zanger van de Engelstalige rockband Unit Gloria, maar zijn hart lag bij het luisterlied. Begin jaren tachtig deed Long stof opwaaien met enkele controversiële theatershows, nam een paar goed verkopende platen op. In 1988 speelde hij de hoofdrol in de musical Tsjechov, waarvoor hij ook een deel van de teksten schreef. Televisiekijkers leerde hem vooral kennen als de beleefde televisiepresentator van het taalspel Tien Voor Taal.
(bron: wikipedia)Rita Hovink, pseudoniem van Hendriekje Jannie Vink, (Beverwijk, 3 maart 1944 – Hilversum, 7 september 1979) was een Nederlandse zangeres. Ze had een dramatisch timbre en heeft haar grootste bekendheid te danken aan het enkele jaren voor haar dood verschenen nummer Laat me alleen.
Rita Hovink wilde toen ze jong was toneelspeelster worden. Ze deed in 1959 met succes mee aan een talentenjacht van Max van Praag, en besloot daarop zangeres te worden. Haar eerste optreden was in de Herman... meer
Rob de Nijs breekt begin jaren zestig door met zijn band The Lords. Ze scoren in 1963 een grote hit met Ritme Van De Regen. Begin jaren zeventig werkt de zanger samen met Lennaert Nijgh, de vaste tekstschrijver van Boudewijn de Groot. De Nijs bewijst zich elk decennium opnieuw te kunnen uitvinden met een nieuw imago. Het vredeslied Alles Wat Ademt is een grote hit in 1986, maar het duurt tot 1996 voordat De Nijs zijn eerste nummer 1-hit scoort met de aanstekelijke meezinger Banger Hart.
(bron: wikipedia)Maggie MacNeal, geboren als Sjoukje Lucie van ’t Spijker (Tilburg, 5 mei 1950), later Sjoukje Smit, is een Nederlands zangeres en presentatrice.
Na een klassieke zangopleiding in haar jeugd deed ze in 1971 auditie bij platenmaatschappij Phonogram. Onder leiding van producer Hans van Hemert (Kamahl, Luv', etc.) nam ze in hetzelfde jaar haar eerste single I heard it through the grapevine op (onder de naam Maggie Macneil, een Schotse verbastering van Van 't Spijker). De single werd geen hit, maar'... meer
Samen met zijn schoolvriend Lennaert Nijgh was Boudewijn de Groot verantwoordelijk voor de beste Nederlandstalige luisterliedjes van de jaren zestig. Nijgh schreef de teksten, De Groot componeerde de muziek en zong. In het nummer Welterusten Mijnheer De President toonden Nijgh en De Groot zich het Nederlandse antwoord op de Amerikaanse protestgeneratie onder aanvoering van Bob Dylan. Excelleren deden ze vooral in poëtische, fraai gearrangeerde liedjes als Verdronken Vlinder en Testament. Na de succesvolle beginperiode raakten de twee gebrouilleerd. In de decennia erna stond de carrière van De Groot in het teken van twijfel, richtingloosheid en onrust. Pas aan het einde van de jaren negentig herpakte hij zichzelf met nieuw materiaal en succesvolle tournees. Zijn populariteit bleek onveranderd groot. Zijn lied Avond veroverde in 2005 de eerste plaats in de Top 100 Aller Tijden.