Midden jaren vijftig was Little Richard de schrik van braaf Amerika. Met zijn bezeten pianospel, suikerspinkapsel en extreem luide stem groeide deze rock-'n-rollpionier uit tot een ware jeugdheld. Richard Penniman werd in 1932 geboren in Macon (Georgia) als derde in een gezin van twaalf. Armoede en racisme waren schering en inslag tijdens zijn jeugd. De kerk, en dan vooral de extatische gospelmuziek, boden uitkomst voor de excentrieke maar talentvolle Richard. Zijn hits uit de jaren vijftig (Tutti Frutti, Good Golly Miss Molly, Long Tall Sally) blijven tijdloze klassiekers. Little Richard had grote invloed op de generatie rocksterren na hem. John Lennon, Jimi Hendrix, James Brown en The Rolling Stones droegen hem op handen. Vanaf de jaren zeventig nam zijn populariteit af. Later in zijn loopbaan zwoer Richard de popmuziek meerdere keren af om gospels te gaan zingen.
Antoine ‘Fats’ Domino werd in 1928 geboren in New Orleans en het geluid van die stad klinkt door in het werk van de zanger/pianist. Domino was een van de pioniers van de rock-'n-roll, maar zijn muzikale palet was veel breder dan rock-'n-roll alleen. Vooral in de jaren vijftig en zestig was hij populair en scoorde hij hits met Blueberry Hill (1957), My Girl Josephine (1960), Jambalaya (1962) en There Goes My Heart Again (1963). Wanneer de orkaan Katrina in 2005 over zijn woonplaats raast, is de zanger een aantal dagen vermist. Fats overleeft de ramp, maar verliest wel de helft van zijn 23 gouden platen.
(bron: wikipedia)Clyde McPhatter (Durham (North Carolina), 15 november 1932 – Teaneck (New Jersey), 13 juni 1972) was een Amerikaanse doo wop- en rhythm-and-blueszanger. Hij was een van de eersten die gospel met rhythm-and-blues combineerden en was zo een wegbereider van de soulmuziek.
McPhatter was een jongenssopraan, en nadat zijn familie uit North Carolina verhuisd was naar New York, werd er een gospelgroep, The Mount Lebanon Singers, rond hem gevormd. Later behield hij zijn tenorstem. In 1950 won hij een "amateur night"... meer
Er bestaan maar weinig muzikanten in de moderne popmuziek die werkelijk ‘geniaal’ kunnen worden genoemd, maar in het geval van Ray Charles is deze typering terecht. Zijn oorspronkelijke manier van zingen, met invloeden uit zowel gospel als popmuziek, heeft nadien talloze grote zangers geïnspireerd. In zijn lange, productieve carrière als platenartiest, die begon in 1949, was Charles misschien wel de beste vertolker van popmuziek van na de oorlog. Als begaafd pianist, songwriter en vocalist werd hij een meester in iedere stijl die hij aanpakte, zoals rhythm-and-blues, country, blues en soul. De man die onuitwisbare rhythm-and-bluesklassiekers schreef als I Got A Woman en What’d I Say overleed in 2004 als een meervoudig legende. Datzelfde jaar zorgde een opvallende acteerprestatie van Jamie Foxx, in de biografische film Ray, voor een waardig cineastisch eerbetoon.
Velen zullen het ermee eens zijn dat er zonder Chuck Berry geen rock-'n-roll was geweest. Berry’s debuutsingle Maybellene (1955) was een energieke tophit. Aan het einde van de jaren vijftig volgden al snel meer hits. Berry stopte met veel succes boogie en blues in de rockmuziek. Zijn stijl beïnvloedde toekomstige grote namen als The Beatles en The Rolling Stones (om er slechts een paar te noemen). Met zijn karakteristieke ‘duck walk’ bewees hij tot de meest originele entertainers van de rock te behoren.
Gedurende de jaren zeventig waren The Eagles aan de winnende hand. Iedere nieuwe plaat deed het beter dan de vorige, singles hielden het zomers lang vol. Vanuit de voorhoede van de countryrockbeweging definieerden The Eagles de zogenaamde softrock en albumrock. Op hun meesterwerk Hotel California wisten ze effectief de decadentie van het gedrogeerde Los Angeles van de jaren zeventig te vangen, verpakt in pakkende hooks en makkelijk verteerbare melodieën. De bandleden gingen ieder hun weg in de vroege jaren tachtig, waarna Don Henley en Glen Frey succesvolle solocarrières begonnen. Ze hergroepeerden zich in de jaren negentig voor de onvermijdelijke, uiterst succesvolle reünietour.
Harry 'Bing' Crosby (1903-1977) is vooral bekend van de tijdloze kersthit White Christmas, die hij in 1942 opnam. Van de single en plaat waar het lied opstond verkocht Crosby een recordaantal van 100 miljoen exemplaren. Crosby was vooral populair in de jaren tussen 1930 en 1960. Hij was een vernieuwer die een nieuwe, relaxte, typisch Amerikaanse vocale stijl ontwikkelde (‘croonen’) en daarmee van grote invloed was op jongere zangers zoals Frank Sinatra en Dean Martin. Ook was Crosby een van de eerste artiesten die hun radioshows opnamen en daarmee zorgde hij voor een doorbraak in de radio- en opnametechniek. Naast zanger was Crosby ook geliefd als acteur. Zijn bekendste films zijn Going My Way (1944) en The Bells Of St. Mary (1945).