Benjamin Britten geldt als de belangrijkst Britse componist uit de tweede helft van de vorige eeuw. Opmerkelijk genoeg legde hij zich toe op de opera, een genre dat, in zijn actuele vorm althans, op sterven na dood was halverwege de vorige eeuw. Brittens bijdragen echter – o.a. Peter Grimes, The Rape of Lucretia, Gloriana, The Turn of The Screw, Death in Venice – wisten repertoire te houden tot op de dag van vandaag. In veel deze producties was een hoofdrol weggelegd voor Brittens artistieke partner en levensgezel Peter Pears. Voor deze tenor schreef Britten tevens prachtige liederen, waaronder de Serenade voor tenor, hoorn en strijkorkest. Ook op andere terreinen is het niveau van Brittens muziek hoog. Hij was nog geen twintig jaar oud toen hij de briljante Phantasy voor hobokwartet schreef. Vriendschap met de legendarische cellist Rostropovich leidde in de jaren ’60 tot een Cellosonate, drie Suites voor cello solo en een Symfonie voor cello en orkest. Master of the Queen's Music is Britten nooit geworden, hoewel hij beslist voeling had met publieke sentimenten. Zo onderwees deze pacifist zijn volk in de wereldvrede middels het War Requiem uit 1962. Britten was een uitstekend interpreet van eigen werk, net als Bartók en Stravinski. Veel van zijn opnamen zijn wel geëvenaard, maar nooit echt overtroffen. (HJ)
Mstislav Rostropovich was naast fenomenaal cellist ook pianist, dirigent en politiek activist. Zijn eerste lessen kreeg hij van zijn vader Leopold Rostropovich. Op het Conservatorium van Moskou vervolgde hij zijn cellostudie bij Kozolupov en studeerde compositie bij Sjostakovitsj. Vanaf de jaren vijftig rees zijn ster en maakte zijn spel grote indruk bij critici en publiek. Verschillende Russische componisten waren er snel bij om stukken voor hem te componeren, waaronder Prokofjev, Sjostakovistj en Katsatoerjan. Ook in West-Europa raakten vooraanstaande componisten geïnspireerd door zijn spel en voorzagen het cellorepertoire van belangrijke nieuwe werken, zoals de drie Cellosuites van Britten en de Celloconcerten van Dutilleux, Lutoslawski en Schnittke. Karakteristiek voor Rostropovich’ spel is een uitzonderlijk zuivere intonatie met een rijke en sonore klank in alle registers. Vanaf de jaren zestig ontwikkelde hij zich ook als getalenteerd dirigent. Naast zijn buitengewone muzikaliteit wordt eveneens zijn politiek engagement geroemd. In de jaren zeventig maakte Rostropovich zich sterk voor een grotere culturele vrijheid in de Sovjet Unie, wat hem in 1978 het staatsburgerschap kostte. Grote indruk maakte hij met een spontaan solorecital bij de Berlijnse Muur met Suites van Bach tijdens de wende van 1989. (JWvR)
Astor Piazzolla (1921-1992) is één van de belangrijkste tangocomponisten uit de geschiedenis. Verrassend is dat hij een groot deel van zijn jeugd doorbracht in New York. In 1937 keert Piazzolla terug naar zijn geboorteland Argentinië. Daar richt hij zich op een carrière als klassiek pianist terwijl hij ’s avonds accordeon speelt in tangocabarets. Vanaf 1955 werkt hij aan zijn eigen composities die deze twee invloeden verweven tot een vernieuwend geluid, de ‘neuvo tango’. Op de bruiloft van kroonprins Willem-Alexander en Máxima Zorreguieta maakte Carel Kraayenhof goede sier met Piazzolla’s compositie Adios Noniño. Piazzolla overleed in 1992.