Blur begon haar leven als de zoveelste talentvolle Britpopband, maar wist alle verwachtingen te overtreffen. Hun debuutalbum toonde dat de band een fijne neus had voor pakkende gitaarliedjes. Op de volgende drie albums wist de band uiteenlopende Britse poptradities samen te smelten tot een eclectisch geheel, en deze platen waren perfecte vehikels voor hun songschrijftalent. Op latere albums zocht Blur nadrukkelijk naar een breder muzikaal palet. Zelfs na het vertrek van gitarist Graham Coxon (hij ging solo) wist het nu de door Damon Albarn geleide Blur tot aansprekende resultaten te komen, getuige het vakkundige Think Tank uit 2003. In 2009 speelt Blur met Coxon weer een paar shows.
Al vierden Oasis en Blur uiteindelijk de grootste successen, zonder het voorwerk van Suede was er misschien nooit een britpopstroming ontstaan. Met de latere zangeres van Elastica (Justine Frischmann) en stergitarist Bernard Butler nog in de gelederen, stookte Suede aan het begin van de jaren negentig het vuurtje op. Singles als Animal Nitrat, Metal Mickey en het titelloze debuutalbum volgden in 1993. De Engelse pers kreeg, enkele jaren na de grunge-explosie van Nirvana, weer oog voor bands van eigen bodem en een heuse hype rond britpop was een feit. Suede liet zich inspireren door de cynische popliedjes van The Smiths, terwijl bij frontman Brett Anderson de androgyne uitstraling van David Bowie zijn invloed niet had gemist. Terwijl de Britpop van Oasis, Blur en Pulp een opgeruimd karakter had, ontwikkelde Suede zich in tegenovergestelde richting. Het donkere Dog Man Star (1994) flopte in commercieel opzicht maar was een artistieke triomf, zeker als men bedenkt dat gitarist Butler de groep tijdens de opnames verliet. Het geluid ontwikkelde zich op Coming Up (1996) en Head Music (1999) steeds verder in elektronische richting, waardoor de fans van het eerste uur (zeker in Nederland) dreigden af te haken. Met A New Morning (2002) leverde Suede voor het eerst sinds jaren weer eens een optimistisch popalbum af, waarop de groepsleden bewezen dat ze na alle problemen in hun roerige bestaan - zo overleefde Anderson een serieuze drugsverslaving - alleen maar sterker uit de strijd zijn gekomen. (MS)
Britser dan Britse Britpopband die wellicht daarom in het buitenland nooit dezelfde status verwierf als in hun thuisland. Toch deed de groep het midjaren negentig ook in Nederland goed met de albums Different Class en This Is Hardcore. Spil van de band was de stijlvolle zanger Jarvis Cocker die met zijn geestige teksten een treffend beeld van zij landgenoten wist neer te zetten. De groep viel 2002 uit elkaar. Cocker ging alleen verder, maar het waren de solo-albums van gitarist Richard Hawley die mochten rekenen op de betere kritieken.
Plots waren ze daar: vier straatschoffies uit Manchester met een weergaloze debuutplaat die de tijdsgeest wist te vangen. Het titelloze debuut van The Stone Roses kwam uit in 1989, een tijd dat indierockers en ravers elkaar, onder invloed van xtc, ook muzikaal vonden. The Stone Roses leunden sterk op de Britse sixtiespop, maar ook invloeden uit rave (met name in hun prijsnummer Fool’s Gold) doken op. Helaas slaagde het kwartet er nooit om hun debuut te evenaren en in 1996 viel de groep uit elkaar. Zanger Ian Brown ging solo verder, gitarist John Squire richtte The Seahorses op terwijl bassist Mani naar Primal Scream verkaste. Hoezeer de status van de groep met de jaren was gegroeid bleek wel uit de aandacht voor hun reünieconcerten in Manchester (zomer 2012) waar zo’n 150.000 dolenthousiaste Britten op afkwamen.
(bron: wikipedia)Soul II Soul is een Britse popgroep geformeerd rondom Jazzie B (26 januari 1963), die eind jaren 80 enkele grote hits scoorde.
Naast Jazzie B waren leden van Soul II Soul zangeres Caron Wheeler, producer Nellee Hooper, zangeres Do'reen Waddell en instrumentalist Philip 'Daddae' Harvey.
Soul II Soul werd opgericht in 1988 nadat Jazzie B de jonge, maar getalenteerde producent Nellee Hooper had ontmoet. Gezamenlijk zochten ze een zangeres, en toen Caron Wheeler zich aansloot was Soul II Soul een... meer
The Doors gingen in tegen de lieflijke aard van flower power van de jaren zestig. Ze namen een non-conformistisch kijkje in de onderbuik van de Amerikaanse psyche, als het trippende en meer mystieke West Coast equivalent van The Velvet Underground. De duistere en surrealistische poëzie van
Jim Morrison gaf de op blues geschoeide rock van de band een intellectueel karakter, terwijl hij met zijn wilde podiumgedrag als een medicijnman het publiek wist te hypnotiseren. Vanaf hun debuutsingle Light My Fire tot en met latere platen als Riders On The Storm bleven The Doors intrigeren, ook toen hun songs dat niet meer deden. Een neergang die vooral te wijten was aan Morrison en zijn wispelturige persoonlijkheid. Uiteindelijk haalde zijn ruige levensstijl hem in. Hij stierf in Parijs toen hij nog maar 27 was, een erfenis nalatend die talloze jongere muzikanten zou inspireren.